Jacco Vonhof - © TP

24 mei 2022

‘We moeten kijken naar iedereen die wil werken maar niet meedoet’

De laatste arbeidsmarktcijfers van de Monitor Techniekpact laten zien dat er nog nooit zo veel mensen werkzaam zijn geweest in een technisch beroep (techniek en ICT) maar liefst 1.762.000 mensen. Tegelijkertijd waren er nog nooit zo veel vacatures in de sector: 128.200. Jacco Vonhof, voorzitter van MKB-Nederland en zelf directeur van een schoonmaakbedrijf, reageert op de krapte op de arbeidsmarkt.

De tekorten op de arbeidsmarkt zijn inmiddels dagelijks nieuws. Een ding is duidelijk: de samenleving voelt in toenemende mate de effecten van de tekorten. Jacco Vonhof ervaart als ondernemer zelf de gevolgen. ‘In mijn schoonmaakbedrijf werken 2600 mensen. Ook daar heb ik 180 openstaande vacatures. Daarbij zie en hoor ik als voorzitter van MKB-Nederland natuurlijk ook de geluiden uit andere branches; de horeca, zorg, het openbaar vervoer, defensie en natuurlijk in de techniek en de ict. Inmiddels is er vrijwel geen enkele sector dit niet wordt geplaagd door tekorten.’

Werken moet lonen
Vonhof hoort ook de geluiden die hogere lonen en betere arbeidsvoorwaarden als oplossing zien, zeker voor banen aan de basis van de arbeidsmarkt. Volgens hem is loonsverhoging een logische inhaalslag, maar niet één die tekorten oplost. ‘Het is niet vreemd dat we aan de basis van de arbeidsmarkt beter gaan betalen. Dat gebeurt ook, salarissen in cao’s gaan omhoog en ook secundaire arbeidsvoorwaarden worden aantrekkelijker. Maar dit zorgt niet voor extra mensen, hooguit voor mensen die van baan of van sector wisselen. Werken moet vooral lonen, stijging van het brutoloon of meer uren werken zorgt er nu niet automatisch voor dat mensen netto meer overhouden. Sterker, door het wegvallen van toeslagen bestaat zelfs de kans dat iemand er netto op achteruitgaat.’ In de media wordt erop gehint dat het mogelijk hoge aantal faillissementen aan het eind van dit jaar een effect op de beschikbaarheid van arbeidskrachten heeft. Vonhof gelooft er niet in. ‘Ik vind dat wensdenken. De wereld is geen spreadsheet. Mensen die hun baan kwijtraken gaan op een andere plek in hun sector aan de slag: ze maken niet ineens massaal de overstap van de horeca naar de techniek.’

Vergroten van het aanbod
‘Ik zie vooral veel in het vergroten van het aanbod’, vervolgt Vonhof. ‘We moeten kijken naar iedereen die wil werken maar niet meedoet. Chronisch zieken, mensen met een fysieke of een mentale beperking en ouderen, die laten we te veel staan. Migranten mogen pas aan het werk als ze een status hebben, dat duurt vaak jaren. Dan is het veel lastiger om ze nog te activeren. Maar zelfs als we alles doen wat we zouden kunnen doen, zijn we er misschien nog steeds niet. Ik denk dat het nodig is om extra arbeidsmigranten aan te trekken, maar dat moet je dan wel goed regelen. Bijvoorbeeld met tijdelijke arbeidscontracten of een systeem van green cards zoals de Verenigde Staten hebben. Goede huisvesting hoort daar ook bij.’ Een laatste optie die Vonhof noemt is digitalisering en robotisering. ‘We moeten blijven nadenken over innovaties voor processen en technieken die repeterend, zwaar en gespecialiseerd werk overnemen.’ 

Aanvalsplan
Het is geen geheim dat de tekorten in de techniek en de ict het grootst zijn. Wat kunnen werkgevers zelf doen om de mismatch op de technische arbeidsmarkt tegen te gaan? ‘Vanuit MKB-Nederland en VNO-NCW ontwikkelen we een aanvalsplan met allerlei elementen: van meer aandacht voor techniek in het po en vo tot het aantrekkelijker maken van de sector voor vrouwen en zorgen dat het makkelijker is voor vrouwen om fulltime te werken. Dat zit deels ook in de aanpassing van wet- en regelgeving. We hebben nog steeds een “aanrechtsubsidie” daar moeten we echt vanaf. Daarnaast zet MKB-Nederland extra in op samenwerking met het onderwijs in de vorm van mkb-routes, duale leertrajecten en bbl-opleidingen. Die mkb-routes hebben we al voor het mbo en samen met de Vereniging Hogescholen gaan we ze ook ontwikkelen voor het hbo.’

Intensieve samenwerking
Vonhof denkt dat intensiever contact tussen onderwijs en het bedrijfsleven nodig is. Beide zouden zich nog meer voor elkaar moeten openstellen. ‘Een uitspraak die ik wel eens heb gehoord is dat de muren van scholen niet zijn gebouwd om leerlingen binnen te houden maar om het dak te ondersteunen. Dat betekent voor mij hybride docenten uit het bedrijfsleven voor de klas en studenten uit de klas in bedrijven krijgen. En dat betekent ook samen nadenken hoe we mensen snel kunnen (bij-) en (om)scholen. Door eerdere opgedane competenties goed in beeld te krijgen, bijvoorbeeld door skillspaspoorten en mensen alleen zaken aanleren die ze niet kunnen maar wel nodig hebben. We moeten vooral samen optrekken. Dat zou ook mijn tip zijn voor groeifondsaanvragen: bundel de krachten in een samenhangend verhaal en doe een aanvraag als gehele sector. Anders krijg je deeloplossingen die voor een groep of een type bedrijf interessant zijn, maar niet voor de sector als geheel.’

Uitdaging
Terugkijkend moeten we misschien constateren dat we het probleem van arbeidsmarktekorten hebben onderschat, concludeert Vonhof. ‘Rond 2000 hadden we te maken met een vergelijkbare krapte. Het was duidelijk dat die vooral demografische oorzaken had. Maar door opeenvolgende crises zijn we de krapte denk ik uit het oog verloren. Daarnaast was het de tijd van offshoring en een groot vertrouwen in het probleemoplossend vermogen van digitalisering en automatisering. Maar dat is allemaal achteraf, ik kijk liever vooruit. Een ding is nu duidelijk: we krijgen dit probleem niet zomaar opgelost. Arbeidsmigratie is waarschijnlijk noodzakelijk zoals ik al zei, maar we moeten ook een fundamentele discussie voeren over onze toekomstige economie. De verhouding tussen werkenden en niet-werkenden wordt in de toekomst door demografische factoren nog schever. Nu krijgen we een voorproefje van de mogelijke effecten daarvan: een gewaarschuwd mens telt hopelijk voor twee.’