Instroom
Om aan de groeiende behoefte naar technisch geschoold personeel te kunnen voldoen zal de keuze voor een technische opleiding vaker moeten worden gemaakt.
Linda Verlinden ©TP
‘Een andere wereld’. Zo ervoer Linda Verlinden in het begin haar nieuwe duobaan bij Sterk Techniekonderwijs Zuid-Limburg waar ze begin van dit schooljaar samen met collega Erik Krutzer startte als professionaliserings- en ontwikkelingscoördinator. Op het gebied van docentprofessionalisering voelt Linda zich als een vis in het water, want ze werkt al jaren bij de Talentenacademie van Stichting Voortgezet Onderwijs Parkstad Limburg. Maar dat het hier gaat om professionalisering in het techniekonderwijs levert een aantal specifieke aandachtspunten op.
Linda Verlinden heeft zich de afgelopen maanden ingewerkt in het voor haar nieuwe werkveld van het vmbo-techniekonderwijs. ‘Het viel mij tijdens mijn oriëntatieperiode bij Sterk Techniekonderwijs allereerst op dat techniekdocenten in het vmbo heel vakgericht zijn. De leerling van nu is een andere leerling dan tien of twintig jaar geleden en vraagt om een andere aanpak. Bovendien hebben docenten nu te maken met passend onderwijs. Dit alles maakt dat je als docent ook pedagogisch en didactisch steeds beter onderlegd moet zijn. We houden hier rekening mee in ons aanbod.’
Met stip op één
Maar het scholingsthema dat in het (technisch) vmbo volgens Linda met stip op één staat, is ‘het LOB-gesprek’. Als docenten zulke gesprekken goed kunnen voeren, kiezen leerlingen gerichter en beter onderbouwd voor een technische richting, stelt zij. Dat is in het belang van de leerling, maar ook in het belang van de samenleving waarin de behoefte aan technisch geschoold personeel alleen maar toeneemt. ‘Leerlingen - en volwassenen trouwens ook - hebben vaak een achterhaald beeld van technische opleidingen en beroepen’, zegt Linda. ‘Ietwat gechargeerd bestaat nog steeds het beeld dat het gaat om ‘viezehandenwerk’ dat beroerd wordt betaald, terwijl er in technische beroepen steeds meer met de computer wordt gewerkt en de salarissen heel behoorlijk zijn. Het is belangrijk dat leerlingen een realistisch beeld van een beroep hebben voordat ze een keuze maken voor een beroepsrichting. Ik pleit er daarom voor dat alle mentoren in het vmbo een training ‘LOB-gesprekstechnieken’ volgen.’
Netwerken
Techniekdocenten zijn sterk gericht op hun eigen vak en zijn daar meestal heel goed in, ziet Linda. Maar omdat in het bedrijfsleven steeds vaker meerdere vakgebieden bij elkaar komen, zou dat in het onderwijs ook zo moeten zijn. Om leerlingen goed voor te bereiden op wat bedrijven vragen, zou het onderwijs meer thematisch en vakoverstijgend moeten worden vormgegeven, vindt Linda. ‘Dat vraagt van docenten dat ze samenwerken met collega’s van andere vakgebieden. Maar ook met bedrijven, zodat ze goed weten hoe daar wordt gewerkt en wat bedrijven van medewerkers verwachten. In feite gaat het er om dat docenten het onderwijs kunnen verrijken als ze zowel intern als extern een netwerk opbouwen en onderhouden. Ook dat is een professionaliseringsthema dat aandacht behoeft.’
VR-lasapparaat
Een vanzelfsprekend onderdeel van de professionalisering van techniekdocenten is dat ze op de hoogte blijven van (technologische) ontwikkelingen die ze in hun onderwijs kunnen inzetten. ‘Die ontwikkelingen gaan heel snel’, vertelt Linda. ‘Zo biedt de VR-technologie steeds meer mogelijkheden. Er bestaat bijvoorbeeld een VR-heftruck. En met VR-lasapparaten kunnen leerlingen leren lassen zonder dat ze het gevaar lopen om zich te branden. Dat zijn voor het onderwijs hele mooie technieken, maar dan moet je als docent natuurlijk wel weten hoe dat werkt.’
Wat ga jij ontwikkelen?
Het moge duidelijk zijn: Linda heeft inmiddels een goed beeld van wat haar te doen staat in haar nieuwe functie bij Sterk Techniekonderwijs. ‘Ik merk dat techniekdocenten graag aan hun professionele ontwikkeling willen werken en gemotiveerd zijn om hun onderwijs te verbeteren. Het is belangrijk dat leidinggevenden hierover regelmatig gesprekken voeren met docenten: waar sta je nu en wat ga je verder ontwikkelen? Dat gebeurt nog niet altijd even consequent.’
Hoewel er meestal voldoende financiële middelen beschikbaar zijn voor docentprofessionalisering, is het in veel scholen de afgelopen tijd helaas toch een ondergeschoven kindje. ‘Vaak is er gewoon geen tijd voor’, zegt Linda. ‘Als gevolg van het lerarentekort en corona is het vrijwel ondoenlijk om vervangers te vinden voor docenten die op cursus gaan. Scholen zijn allang blij als ze alle klassen kunnen bemensen. Dat betekent gelukkig niet dat er niets aan professionalisering gebeurt, want we zetten verschillende vormen van e-learning in. Dat is een mooi middel, al bereik je daarmee soms niet de diepgang die je met een fysieke training bewerkstelligt.’
Om scholen in staat te stellen te anticiperen op de onderwijsvernieuwing die het vmbo een aantal jaar geleden heeft ondergaan is er vanuit de overheid jaarlijks circa 100 miljoen per jaar. Dat geld wordt o.a. besteed aan up-to-date apparatuur maar ook om te zorgen dat er voldoende gekwalificeerde en actueel opgeleide docenten en instructeurs zijn. Er zijn 78 STO-regio’s. Zij worden ondersteund door een samenwerkingsverband van de Stichting Platforms VMBO en Platform Talent voor Technologie. Het uiteindelijke doel is om alle jongeren de mogelijkheid te bieden om op fietsafstand van hun huis een technische profiel te kunnen volgen, zodat meer leerlingen kiezen voor de techniek. www.sterktechniekonderwijs.nl