Eric Bouwens | ©TP

28 september 2023

'Onze blik is naar buiten gericht'

Dit jaar viert het praktijkonderwijs 25 jaar voortgezet onderwijs voor leerlingen die sterk zijn in praktische vakken. Ze worden opgeleid voor beroepen waar veel vraag is naar vakmensen, zoals de bouw, metaal en logistiek. Eric Bouwens loopt al 13 jaar mee in de wereld van het "PRO". Een mooi moment om de balans op te maken.

Eric Bouwens is trots op wat "zijn scholen" bereikt hebben: 'Het praktijkonderwijs is in die 25 jaar enorm geprofessionaliseerd. In de begintijd was alles wel goed wat je deed. Nu volgen de leerlingen maatwerktrajecten met individuele leerroutes. Het praktijkonderwijs is een volwaardige schoolsoort geworden die op een aantal terreinen zelfs een voorbeeldfunctie heeft. Bijvoorbeeld hoe wij maatwerk leveren aan leerlingen met een ondersteuningsbehoefte.'

Voorbereid op de toekomst
De leerlingen op de PRO-scholen krijgen les in klassen van maximaal 16 leerlingen. Volgens Bouwens geen overbodige luxe, omdat de bandbreedte van de leerlingen groot is: 'De niveauverschillen zijn best groot. We hebben leerlingen die naar een vorm van dagbesteding gaan en leerlingen die uitstromen naar mbo-niveau 2. We leren ze ook hoe je voor jezelf moet zorgen, koken en je financiën moet doen, zodat ze zo goed mogelijk voorbereid zijn op de toekomst. En we staan midden in de samenleving. Iedere PRO-school werkt samen met heel veel werkgevers, maar ook met de buurt. Onze blik is naar buiten gericht.'

Symbiose-brugklassen
Samen met het vmbo experimenteren de PRO-scholen met symbiose-brugklassen voor leerlingen die na groep 8 op het grensvlak van vmbo-basis en praktijkonderwijs zitten. 'Zij krijgen op een praktijkschool het vmbo-programma aangeboden in combinatie met praktijkonderwijs. Daarna heb je een veel duidelijker beeld waar deze leerling echt thuis hoort. De ene leerling vertrekt naar het vmbo, de ander kan lekker op de vertrouwde school blijven. Zo voorkom je het zogenoemde "afstromen", wat voor een leerling vaak een vervelende ervaring is.'

Werkveld
Bijna alle PRO-scholen hebben een breed palet aan certificaten en diploma's, zoals B-VCA en HACCP certificaten, diploma’s voor lassen of voor heftruckchauffeur. Iedere leerling kan zo een portfolio opbouwen met een goede verbinding naar de arbeidsmarkt en vervolgonderwijs. De vraag naar praktisch opgeleide mensen is groter dan ooit. Omdat leerlingen van praktijkscholen meestal direct doorstromen naar het werkveld hebben deze de laatste jaren veel geïnvesteerd in loopbaanbegeleiding en toeleiding naar de arbeidsmarkt. De stage is een belangrijk onderdeel van de opleiding. De PRO-scholen hebben geen moeite om die stageplekken te vinden: 'Onze leerlingen zijn hartstikke belangrijk voor de arbeidsmarkt. Dit zijn de mensen die achter de werkbank, de kassa bij McDonald’s of in de logistiek werken. Zij houden de maatschappij draaiende.'

Sectorraad in actie
Op de voorzitter na zijn alle bestuursleden en 18 regiocoördinatoren van de Sectorraad Praktijkonderwijs werkzaam in het praktijkonderwijs. Als directeur, bestuurder of teamleider. Ze weten dus waar ze over praten als ze aan de beleidstafels zitten. De 30.000 leerlingen in het praktijkonderwijs vormen slechts 3% van het totale voortgezet onderwijs. Het praktijkonderwijs wordt dan ook vaak over het hoofd gezien door de politiek, tot grote ergernis van Bouwens: 'Dit is een van de uitdagingen waar wij als Sectorraad continu druk mee zijn, dat ze het praktijkonderwijs in de wet- en regelgeving meenemen. Zo lobbyen we nu voor een gratis OV-kaart voor onze leerlingen, net als voor studenten. Met hun stages maken ze heel wat kilometers en onze leerlingen komen meestal uit gezinnen die het niet zo breed hebben.'

Knokken voor erkenning
Ook in de subsidieregeling Versterking Aansluiting Beroepsonderwijskolom, bedoeld om de doorstroom van vmbo naar mbo te versoepelen, blijft het praktijkonderwijs onvermeld. Hetzelfde dreigt voor het wetsvoorstel Van school naar duurzaam werk, over nazorg voor mbo-leerlingen. Bouwens vertelt dat de Sectorraad ervoor knokt dat het PRO daar ook een plek in krijgt: 'Onze leerlingen zijn nog superjong op het moment dat ze zichzelf moeten redden. Regelmatig komen ze terug op school, om hulp te vragen. Onze docenten en begeleiders laten ze dan niet stikken, maar het is vrijwilligerswerk. Eigenlijk is het raar dat in Nederland kinderen die cognitief het minste kunnen, het kortste onderwijs van iedereen krijgen. In "hoger opgeleiden" investeert de maatschappij veel tijd en geld, maar tegen leerlingen in het praktijkonderwijs zeggen we op hun achttiende: Je hebt nu vijf jaar school gehad, hup aan het werk en veel succes!'

Geen Calimero
In het vorige regeerakkoord werd het praktijkonderwijs voor het eerst benoemd als volwaardige schoolsoort. Bouwens is blij met de erkenning, voor de leerlingen en de mensen die er werken: 'Sinds twee jaar kunnen we, dankzij minister Slob (CU), onze leerlingen nu ook een landelijk erkend schooldiploma uitreiken. Voor die tijd kregen ze alleen een getuigschrift. Maar een partij als de VVD heeft daar gewoon minder mee. Die zijn zelden met het praktijkonderwijs in aanraking gekomen. We zoeken daarom ook meer de media op, want met stille diplomatie alleen kom je er niet. Ik krijg wel eens het verwijt dat we Calimero-gedrag vertonen, maar dat is onzin. Wij zien de kracht van onze scholen en onze leerlingen heel goed. Alleen dat leidt niet automatisch tot aandacht en bewustzijn bij beleidsmakers of in de Kamer. Het is een "ver-van-hun-bed-show". We gaan zien wat een nieuw kabinet brengt.'