Ben Snoeijs ©TP

20 december 2022

Met alleen brommersleutelaars gaan we het niet redden

Column

We kennen ze allemaal: de tieners die op vroege leeftijd, besmeurd met olie, in de avond druk bezig zijn om hun scooter net wat harder te laten rijden dan de toegestane 40 kilometer per uur. Vakkundig wordt alles uit elkaar gesleuteld, schoongemaakt en opgevoerd. De liefde voor techniek ontstaat vaak in een koude schuur...

Het is helaas een druppel op een gloeiende plaat, waarbij deze jongeren in aantallen ook nog eens rap afnemen. Door de verstedelijking verdwijnen boerenbedrijven, waardoor ook de knutselschuren vaak uit het straatbeeld verdwijnen. Daarnaast gaat er niks boven een stukje ronkend motorgeluid, de start van een koude dieselmotor en de geur van brandstof. Nog steeds herinnert het tanken van de auto mij aan de sleutelsessies tijdens een koude winternacht. Deze beleving wordt niet echt geëvenaard door een elektrische fiets te repareren, waar ook niet zoveel aan valt te sleutelen. 

Uiteraard is dit nog maar één van de facetten waardoor er steeds minder jongeren voor techniek kiezen. Het probleem is hardnekkig en ondanks alle inspanningen die er al jaren gedaan worden, neemt de instroom nog steeds niet toe. Op de havo en het mbo daalt de instroom zelfs nog steeds. Waar de havo het relatief slecht doet, wordt het mbo vooral getroffen, doordat de absolute aantallen in het mbo afnemen.

Aandeel Havo En Vwo Leerlingen Met N Profiel
Aantal Mbo

Als we echter kijken naar de vraag op de arbeidsmarkt is de behoefte aan een grotere instroom broodnodig. Er zijn in alle technische gebieden en op alle niveaus vakmensen nodig om te werken aan de energietransitie, robotisering, bouw, high tech en de verschillende topsectoren. Alleen al door het tekort aan vakmensen dreigt onze economie vast te lopen. Maar wat mij verwondert is de status quo, waar wij met zijn allen een beetje in blijven hangen. Bedrijven vragen of ze wellicht wat kunnen doen, door een gastles te verzorgen op het hbo/mbo en azen dan met zijn allen op vaak een handje afstudeerders. Aan de andere kant denken de onderwijsinstellingen dat ze het redden met een traditionele voorlichting in de eindfase van een vooropleiding. Voor al deze organisaties heb ik maar één boodschap: het is veel te weinig, veel te laat, teveel kijkend vanuit je eigen perspectief en je bereikt alleen degene die toch al technisch profiel kozen.

Kijk nou eens verder dan je neus lang is en probeer andere bronnen van onontdekt talent aan te boren! Nog steeds kiezen relatief weinig meisjes voor een technische profiel of studie. Deze ga je ook niet bereiken door een traditionele voorlichter te sturen met een presentatie van de opleiding. Nee, deze bereik je door maatschappelijke of creatieve context te laten zien. Moderne technologie die ook hen aanspreekt. Vraag de vrouwen in de opleiding om feedback en wat je kunt veranderen? Het moet vanzelfsprekend zijn om rolmodellen in te zetten en beeldmateriaal te laten zien, welke verschillende doelgroepen aanspreekt. Stop nooit met variëren. Trap daarnaast niet in de valkuil om vooral voorbeelden te laten zien waar jij zelf enthousiast van wordt. Durf ook minder harde kanten van techniek te laten zien, want ook daar is de behoefte aan arbeidskrachten groot. Probeer daarmee het afschrikeffect te beperken. Techniek is niet moeilijk, maar haalbaar voor iedereen die geprikkeld wordt door de juiste context en motivatie. Alleen al op de havo verliezen we 5.000 meisjes die een niet bèta technisch vervolg kiezen (van de meisjes stroomt maar 27% door t.o.v. 68% bij de jongens). Deze cijfers staan nog los van het relatief lage aantal bèta kiezers op de havo t.o.v. het vwo. Als we dat ook nog eens mee zouden nemen is wellicht nogmaals een verdubbeling mogelijk. Het beeld dat techniek niet voor meisjes is, zou toch inmiddels helemaal achterhaald moeten zijn, doordat technologie overal aanwezig is. Bij ouders blijven helaas de traditionele rolpatronen aanwezig en imago van techniek hardnekkig slecht. We zijn in Nederland helaas niet zo progressief als dat we zelf vaak denken…

Naast de meiden zijn ook Nederlanders met een migratieachtergrond een slapende gigant waar nog amper aandacht voor is. Uit instroomcijfers van het CBS blijkt dat in het mbo maar 18% van de jongeren met een migratieachtergrond kiest voor een technische studie, ten opzichte van autochtone jongeren waar dit percentage op 30% ligt. Alleen op basis van deze cijfers mist het mbo 14.000 potentiële technici. Dat is gewoon meer dan een kwart van de totale instroom nu. Alleen al deze aantallen zouden toch alle alarmbellen af moeten laten gaan? Waarom is het aantal initiatieven om deze doelgroep te bereiken dan zo beperkt? Waar blijven de programma’s en voorlichtingen om ook deze jongeren aan te spreken? We moeten heel snel, meer in gesprek met deze doelgroep en inspelen op hun behoeftes en interesses.

Dan is er ook nog een laatste vergeten doelgroep. De niet reguliere instroom die al automatisch afgeschreven wordt door de vele instroombarrières die bèta studies graag opwerpen. Ik heb vaak mijn twijfels over het nut van deze barrières. Wat proberen we eigenlijk te beschermen? De beroepspraktijk vraagt om wendbare professionals die opgeleid zijn uit meerdere disciplines. Waarom zouden we niet meer economische opleidingen ook een deel techniek geven? Zorg combineren met technologie? Marketing met data science? De mogelijkheden zijn eindeloos, als je jezelf openstelt om buiten traditionele opleidingen te denken. Maar uiteindelijk leiden we op voor de beroepspraktijk en die denkt allang niet meer zo. Uit de Monitor Techniekpact, blijkt dat van bèta profiel kiezers op de havo maar 50% procent een bèta vervolg kiest. Waarom kunnen wij dan niet een kwart van de niet bèta kiezer verleiden tot wel een bèta vervolg? Er is altijd wel een studie die dan past. Alleen een kwart verleiden zou al leiden tot een extra instroom van 10.000 studenten in het technische hbo. Dat is een verhoging van 50%. Met deze aantallen laat je toch per direct de instroombarrières vallen en verzin je programma’s voor deze doelgroep?

Zoveel onontdekt potentieel wat eigenlijk voor het oprapen ligt als we een klein beetje onze traditionele denkpatronen loslaten. Wat denk jij, zijn we al klaar om deze stap te zetten? Ik hoor graag je suggesties of denk met je mee.

#techniekzoektvrouw #iedereendoetmee #talentvoorhetoprapen

Over Ben
Ben Snoeijs (1984) studeerde Werktuigbouwkunde aan Avans Hogeschool en Innovation Management aan de TU/e. Ben heeft eerst een aantal technische functies in het bedrijfsleven bekleed. Tegenwoordig werkt hij als docent engineering bij de Associate Degrees Academie te Roosendaal en zet zich actief in voor bèta promotie, instroombevordering voor het technisch domein en meer vrouwen in de techniek.