Gertrud van Erp

10 maart 2020

Investeren in de opleiding van voldoende arbeidskrachten

VNO-NCW en MKB-Nederland vinden het een goede beweging dat professionals vanuit het bedrijfsleven geïnteresseerd zijn om (hybride) les te geven. Gertrud van Erp is beleidssecretaris onderwijs bij VNO-NCW en MKB-Nederland. Ze vertelt over de kansen en de knelpunten voor hybride docenten. 

“Het is essentieel dat onderwijs en arbeidsmarkt samenwerken”, begint Gertrud van Erp. Onderwijsinstellingen leiden de toekomstige werknemers van bedrijven op. Het (beroeps)onderwijs moet dan ook zo goed mogelijk aansluiten op de behoeften van die arbeidsmarkt. Onderwijs en bedrijven profiteren in deze zin beiden van de hybride docent. Onderwijsinstellingen blijven beter op de hoogte van de eisen die op de arbeidsmarkt gelden. Bovendien zijn onderwijs en het bedrijfsleven voor een deel andere culturen. Het is goed dat die culturen via de hybride docent mixen.” 

Passie voor het vak overbrengen 
“We zijn voortdurend bezig met een betere aansluiting van het beroepsonderwijs op de arbeidsmarkt”, vervolgt Van Erp haar verhaal. “Maar hybride docenten die onderwijs en  bedrijfsleven combineren zijn een extra verrijking voor het onderwijs, zeker in de technische sector. Die kampt met tekorten aan docenten. De techniek is bovendien bij uitstek een sector waarin ontwikkelingen elkaar snel opvolgen. Up-to-date-kennis van de beroepspraktijk is van het grootste belang voor de kennisoverdracht in het onderwijs. Hybride docenten hebben die kennis omdat ze zelf het vak uitoefenen. Daarnaast spelen ze een stimulerende rol in het wervend en enthousiast overbrengen van die kennis én van hun passie voor het vak.” 

Knelpunten 
Het lijkt een duidelijke win-winsituatie waarvan onderwijs en bedrijfsleven allebei profiteren. Waarom zijn er dan niet veel meer hybride docenten? Gertrud van Erp: “Er zijn ook de nodige drempels. Verschillen in salaris bijvoorbeeld. Het salaris in het bedrijfsleven is over het algemeen hoger. De mogelijkheden voor grote en kleine bedrijven verschillen ook. Er is een enorm reservoir aan kleinere bedrijven die graag willen bijdragen aan het beroepsonderwijs, maar die moeten wel worden ontzorgd. Kleine bedrijven hebben geen HR-afdeling die hierbij kan helpen. En als een bedrijf zes mensen heeft waarvan er één regelmatig weg is om onderwijs te verzorgen heeft dat een flinke impact op de bedrijfsvoering van zo’n bedrijf.” 

Matching 
Goede matching tussen vraag en aanbod is cruciaal volgens Van Erp. “De kans op succes moet op voorhand zo groot mogelijk zijn. Het moet passen. Dat begint bij de vraag: welke persoon van welk bedrijf komt het best tot zijn recht als docent op welke specifieke school of opleiding? We moeten ons afvragen hoe we die matching verbeteren. Want als die niet goed is, haken beide partijen af: het bedrijf dat zijn medewerker(s) beschikbaar stelt maar de school die een persoon voor de klas krijgt die niet goed past uiteindelijk ook. Vanuit EZK en het Techniekpact/Platform Talent voor Technologie wordt ook een programma opgestart waarin meer aandacht komt voor matching en moet ook het succes van hybride docentschap gaan vergroten.” 

Bevoegdheden 
“Het is goed dat het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) de hybride docent omarmt, maar er ligt ook een rol voor het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). In het vmbo moeten hybride docenten bijvoorbeeld een lerarenopleiding hebben afgerond als ze meer dan gemiddeld 4 uur per week les willen geven. Uiteraard willen wij ook dat de kwaliteit van de hybride docent goed is.  Maar wij denken dat meer maatwerk mogelijk en nodig is om de drempels zo laag mogelijk te houden. Dat kan door vooral naar het individu te kijken: wat brengt een persoon mee en wat heeft hij nog nodig om succesvol te functioneren voor de klas? Sommige mensen hebben van nature het talent om een goede docent te zijn, dat zie je zo, moet je die dan per se een lesbevoegdheid laten halen waardoor ze misschien wel afhaken? Geef mensen vooral die (bij)scholing die ze nodig hebben en leg ze niet dezelfde eisen op als jongeren die kiezen voor een opleiding tot docent. Deze ervaren beroepskrachten, brengen heel wat meer mee. Behandel ze dan ook zo.” 

Persoonlijke aandacht  
De verschillende partners van het Techniekpact hebben al flink wat acties ingezet om de matching tussen onderwijs en bedrijfsleven te verbeteren erkent Gertrud van Erp. Maar ze ziet graag dat er nog een schepje bovenop gaat. “Vraag en aanbod komen al beter bij elkaar bijvoorbeeld in de vorm van een website (zie kader) die moet zorgen voor een betere matching. Hartstikke goed natuurlijk dat zo’n website er komt. Maar dat is wat VNO-NCW en MKB-Nederland betreft pas het begin. Persoonlijke aandacht, menskracht, is heel belangrijk om te zorgen dat die matching echt klopt.” 

Onderwijsloket

Het Onderwijsloket is gestart op initiatief van de Vereniging Hogescholen (VH) en de Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten (VSNU). In samenwerking met Stichting Trainees in onderwijs werken we aan één centraal punt met alle informatie over werken in het onderwijs. Meer informatie: www.onderwijsloket.com.

Voldoende arbeidskrachten in de toekomst 
​Wat geeft Van Erp ondernemers mee over het hybride docentschap? “In de eerste plaats dat het zinvol is voor bedrijven om hieraan mee te werken. We erkennen ook dat het niet makkelijk is. In de techniek is er een tekort aan arbeidskrachten. Als je al moeite moet doen om zelf personeel te werven dan is het niet makkelijk om afstand van één van die schaarse krachten te doen als je ze in huis hebt. Dat vraagt wat. Maar juist daarom, geef ik ondernemers mee, is het ook in hun eigen belang om te investeren in het onderwijs om verzekerd te zijn van voldoende goede arbeidskrachten in de toekomst. Daar zit een spanningsveld, dat beseffen wij heel goed, zeker bij het MKB. Daarom blijven we erop hameren dat ondernemers goede begeleiding krijgen zodat het voor hen zo makkelijk mogelijk is om − zelf of door een van hun medewerkers −  de rol van hybride docent te laten vervullen.”