Instroom
Om aan de groeiende behoefte naar technisch geschoold personeel te kunnen voldoen zal de keuze voor een technische opleiding vaker moeten worden gemaakt.
Er is een grote vraag naar vakbekwame technici. Het technisch bedrijfsleven, onderwijsinstellingen en overheden werken daarom samen om te zorgen voor onderwijs dat aansluit op de vraag van het bedrijfsleven, zowel kwalitatief als kwantitatief. Het ontwikkelen van een regionale toekomstvisie op onderwijsinhoud en -aanbod is een gezamenlijke uitdaging. De publiek-private samenwerkingsverbanden (o.a. via het Regionaal investeringsfonds mbo) zijn hiervoor belangrijke instrumenten.
De onderwijscijfers worden jaarlijks geüpdatet. Het betreft hier een update van 8 april 2022.
Het aandeel studenten in een bètatechnische richting binnen de instroom in het mbo is in 2021/22 hetzelfde als de twee jaren ervoor, 28%. Ten opzichte van tien jaar geleden (2011/12) is het aandeel iets hoger; toen was het 27%.
Tussen de mbo-niveaus zijn verschillende trends waar te nemen. Niveau 1 is de laatste jaren vrij stabiel rond de 27%. Daarvoor schommelde dit, met een dieptepunt in 2013/14 met 17%. Op niveau 2 is het aandeel in 2021/22 iets hoger dan de afgelopen jaren, 35%. Dit is hetzelfde percentage als in 2011/12. Gedurende de tussenliggende periode schommelde het aandeel tussen 32% en 34%.
Waar niveau 4 een daling kent, vindt een stijging plaats op niveau 3. Op niveau 4 is het aandeel studenten dat koos voor een technische opleiding gedaald van 2015/16 (29%) tot 2021/22 (24%). Op niveau 3 nam het aandeel instroom in bètatechnische richting toe van 18% in 2012/13 naar 33% in 2021/22.
Het aandeel vrouwen dat kiest voor bètatechniek ten opzichte van het totaal aantal vrouwen dat een mbo-opleiding start, is 8% en daarmee hetzelfde als de afgelopen drie jaar. Dit is iets hoger dan tien jaar geleden; toen was het aandeel 7% (2011/12). In 2016/17 was het aandeel het grootst (9%). Het aandeel mannen dat bètatechniek kiest, ligt een stuk hoger met 47% (2021/22).
In 2011/12 startten 42.779 studenten een bètatechnische mbo-opleiding, daarna daalde dit in de periode tot 2014/15 naar 37.817 studenten, waarna het de jaren daarna weer licht steeg. De afgelopen twee jaar is het aantal instromende mbo-studenten in bètatechnische richting weer gedaald van 42.019 in 2019/20 naar 38.516 in 2021/22. Dit heeft te maken met algehele daling van instroom in mbo.
De instroomaantallen verschillen per niveau. De instroom op niveau 2 en 3 is het afgelopen jaar licht gestegen. Niveau 2 steeg van 9.655 naar 9.970 en niveau 3 steeg van 8.355 naar 8.391. Daarentegen kent niveau 4 een daling en niveau 1 een hele lichte daling. Niveau 1 daalde van 2.873 naar 2.849 en niveau 4 daalde van 18.782 naar 17.306.
Net als het aantal mannen, is ook het absolute aantal vrouwen dat kiest voor een bètatechnische mbo-studie de laatste twee jaar dalende. Bij mannen gaat het om een daling van 36.011 in 2019/20 naar 33.257 in 2021/22. Bij vrouwen gaat het om een daling van 6.008 in 2019/20 naar 5.259 in 2021/22. Bij zowel mannen als vrouwen geldt dat het aantal op niveau 1, 2 en 3 redelijk stabiel is, maar niveau 4 een daling kent. Bij mannen gaat het het laatste jaar om een afname van 14.622 (2020/21) naar 13.543 (2021/22) en bij vrouwen van 4.160 (2020/21) naar 3.763 (2021/22).
De instroom van bètatechniekstudenten in de voltijds beroepsopleidende leerweg (BOL) daalt sinds 2017/18, van 29.921 naar 25.377 in 2021/22. Daarentegen stijgt de instroom in de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) in die periode, van 11.892 in 2017/18 naar 13.139 studenten in 2021/22. Echter, de stijging in BBL compenseert nog niet de daling in BOL. De BBL-leerweg is relatief groot bij technische opleidingen. In 2021/22 startte 25% van de mbo-instromers met een BBL-opleiding; binnen technische opleidingen gaat het om 34% (data niet zichtbaar, te bereken met ruwe cijfers).
Binnen het mbo is het aandeel bètatechnisch gediplomeerden het laatste jaar (2020/21) gelijk gebleven aan het jaar ervoor, namelijk 28%.
Op niveau 1 schommelde het aandeel bètatechnische diploma’s de afgelopen tien jaar enorm. In 2010/11 is het percentage 24%, in 2014/15 is het 18% en in 2016/17 is het 33%. De laatste twee jaar ligt het percentage op 31%. Op niveau 2 is het aandeel bètatechnisch gediplomeerden het laatste jaar licht gedaald van 29% (2019/20) naar 28% (2020/21). Op niveau 3 is het aandeel gestegen van 27% in 2015/16 naar 34% in 2018/19 en sindsdien gelijk gebleven. Het aandeel bètatechnisch gediplomeerden niveau 4 is met 25% in 2020/21 vrij stabiel en gelijk aan het jaar ervoor.
Het aandeel vrouwen dat een bètatechnisch mbo-diploma behaalt ten opzichte van alle vrouwen die een mbo-diploma behalen, is de laatste twee jaar 8%. In 2010/11 was dit nog 5%, dus er heeft een flinke stijging plaatsgevonden. Onder mannen is het aandeel dat een bètatechnisch mbo-diploma behaalt, een stuk hoger: 49% in 2020/21. Bij mannen is de trend de afgelopen tien jaar vrij stabiel, tussen de 46% en 50%.
Het aantal mbo-gediplomeerden bètatechniek is de laatste vijf jaar redelijk constant. In 2020/21 waren dit er 44.340. In de periode van 2010/11 tot 2015/16 daalde het aantal flink van 49.332 tot 41.636.
De afname ten opzichte van tien jaar geleden komt door de sterke daling op niveau 2: het aantal diploma's daalde van 17.832 naar 9.789 tussen 2010/11 en 2019/20. Het afgelopen jaar (2020/21) is er voor het eerst weer sprake van een lichte stijging, 10.057. Het aantal studenten dat een bètatechnisch diploma op niveau 1 haalde, daalde van 4.082 studenten in 2010/11 naar 2.122 in 2014/15. Daarna begon het aantal weer toe te nemen tot 4.094 in 2019/20. Het afgelopen jaar (2020/21) ligt het aantal weer iets lager met 3.833.
Het aantal mbo-gediplomeerden bètatechniek op niveau 3 is de afgelopen twee jaar vrij stabiel, 12.560 (2019/20) en 12.577 (2020/21). Op niveau 4 was sprake van een sterke stijging in de periode 2010/11 (13.956) tot 2018/19 (17.771). De laatste drie jaar is het redelijk stabiel. In 2020/21 is het aantal bètatechnisch gediplomeerden 17.873.
Waar het aantal mannen dat diplomeerde met mbo bètatechniek de laatste jaren stabiel was (na een daling tussen 2010/11 en 2015/16), steeg de afgelopen tien jaar juist het aantal vrouwen dat een bètatechnisch mbo-diploma behaalde. In de periode van 2010/11 tot 2020/21 nam dat fors toe van 4.033 naar 5.925. Deze stijging geldt voor mbo-niveau 3 en 4. Met name bij mbo niveau 4 is de stijging sterk, van 2.015 diploma’s in 2010/11 naar 3.784 diploma’s in 2020/21.