Kenmerken van de technische arbeidsmarkt

In Nederland hebben meer dan anderhalf miljoen mensen een technisch beroep. In 2021 gaat het om 1.762.000 werkenden met een technisch beroep. Dit is 19% van de werkzame beroepsbevolking.

Een deel van de mensen met een technisch beroep werkt in een technische sector. Wat zijn de grootste technische sectoren? Wat zijn de meest voorkomende technische beroepen? Hebben personen met een technisch beroep een technische opleiding gehad? Op welk niveau zijn de meeste technici opgeleid? Wat is de verhouding tussen mannen en vrouwen in de techniek? Hoe is de leeftijdsverdeling van technici in verschillende sectoren? In welke niet-technische beroepen werken mensen met een technische opleidingsachtergrond relatief vaak? Deze informatie vind je hier.

De arbeidsmarktdata worden jaarlijks geüpdatet. Het betreft hier een update van 24 mei 2022.

Monitor Techniekpact

Vragen Bronnen
Let op: buttons openen in een nieuw tabblad.

In de periode 2013 tot 2021 is het aantal personen met een technisch beroep toegenomen met 291.000. In 2013 hadden naar schatting 1.471.000 personen een technisch beroep. In 2021 is dit toegenomen naar 1.762.000 personen. Dat is een stijging van 20%. In 2021 is ten opzichte van het jaar ervoor (2020) het aantal personen met een technisch beroep toegenomen met 6% (103.000 personen). Dit hangt samen met herstel van de arbeidsmarkt na de (gedeeltelijke) coronalockdowns. In het jaar 2021 is ook de totale werkzame beroepsbevolking toegenomen van 8.951.000 in 2020 naar 9.255.000 personen in 2021 (+3%).1

Onder vrouwen is het aantal met een technisch beroep toegenomen van 177.000 in 2013 naar 275.000 in 2021. Dit is een toename van 55%. Onder mannen is het aantal met een technisch beroep met 15% toegenomen van 1.294.000 in 2013 naar 1.487.000 in 2021.

1. Bron: CBS, Werkzame beroepsbevolking naar beroep, 2022.

Lees meer

Het aantal personen met ICT beroepen en overige technische beroepen is toegenomen sinds 2013.1 Het gaat bij ICT beroepen om een toename van 211.000 personen en bij overige technische beroepen om een toename van 147.000 personen. Het aantal personen in een technisch ambacht is in de periode 2013-2021 juist gedaald met 67.000 personen. Welke beroepsgroepen onder welke categorie worden geschaard, is in de maatwerktabel te vinden. Onder technische ambachten vallen onder meer de beroepsgroepen automonteurs, bouwarbeiders, stratenmakers, timmerlieden, dakdekkers, stukadoors, glaszetters, loodgieters, lassers, machinemonteurs, metaalbewerkers, elektriciens en elektronicamonteurs. Bij overige technische beroepsgroepen worden bijvoorbeeld ingenieurs, werktuigbouwkundigen en procesoperators meegerekend.

De algemene ontwikkeling in de drie beroepscategorieën geldt met name voor mannen, want het aantal vrouwen is sinds 2013 wel in alle drie de beroepsklassen toegenomen, zowel technische ambachten (+35%) als ICT (+111%) en overige technische beroepen (+43%).

Qua opleidingsachtergrond is het aantal personen met technische beroepen dat basis of middelbaar opgeleid is, ongeveer gelijk gebleven. Onder hoogopgeleiden is het aantal personen met ICT beroepen en overige technische beroepen flink toegenomen. Het aantal hoogopgeleide ICT’ers is gestegen van 170.000 in 2013 tot 309.000 in 2021. Een toename van 82%. Het aantal hoogopgeleiden met overige technische beroepen is gestegen van 193.000 in 2013 tot 317.000 in 2021, een toename van 64%.

Als onderdeel van de stijging van het aantal ICT beroepen is het aantal software- en applicatieontwikkelaars ook in 2021 verder toegenomen sinds 2013. Het gaat naar schatting om een toename van 90% van het aantal personen dat werkt als software- en/of applicatieontwikkelaar. In 2021 hebben zo’n 335.000 personen dit beroep, ongeveer 158.000 meer personen dan in 2013.2

1. De indeling van beroepsgroepen in verschillende typen (ICT, overig technisch en ambacht), zijn te vinden in het CBS maatwerk.
2. Berekend uit het percentage software- en applicatieontwikkelaars onder de werkzame personen in technische beroepen.

Lees meer

De meest voorkomende technische beroepen waarbinnen personen werkzaam zijn, per opleidingsniveau:

  • Hoger opgeleiden: software- en applicatieontwikkelaars, ingenieurs (geen elektrotechniek), architecten, technici bouwkunde en natuur, databank- en netwerkspecialisten, biologen en natuurwetenschappers en productieleiders industrie en bouw (samen 85% of 573.000 personen).
  • Middelbaar opgeleiden: software- en applicatieontwikkelaars, technici bouwkunde en natuur, elektriciens en elektronicamonteurs, productiemachinebedieners, databank- en netwerkspecialisten, timmerlieden en gebruikersondersteuning ICT (samen 48% of 336.000 personen).
  • Basis opgeleiden: productiemachinebedieners, hulpkrachten bouw en industrie, timmerlieden, elektriciens en elektronicamonteurs, bouwarbeiders ruwbouw, automonteurs en software- en applicatieontwikkelaars (samen 54% of 200.000 personen).
Lees meer

Van de 1.762.000 personen met een technisch beroep is 50% (874.000 personen) werkzaam in een van de zeven technische sectoren. Dit percentage is de afgelopen jaren afgenomen. Het is 5 procentpunt lager dan in 2013; toen werkte 55% van de personen met een technisch beroep in een van de technische sectoren. Drie sectoren zijn het grootste qua technische beroepen: bouw, metaalindustrie en ICT. Zij vertegenwoordigen samen 69% van het aantal technische beroepen binnen de technische sectoren.1

1. Door tussentijdse afronding tellen percentages in de grafiek niet altijd op tot 100%.

Lees meer

Het aandeel vrouwen binnen de groep werkzame personen met een technisch beroep is het hoogst binnen de voedingsmiddelenindustrie (25%), terwijl het aandeel vrouwen binnen de groep werkzame personen met een technisch beroep het laagst is binnen de bouw (2%).

Voor de leeftijdsverdeling van werkenden in een technisch beroep geldt dat de ICT-sector afwijkt ten opzichte van de andere sectoren. In de ICT-sector werken relatief jonge mensen; 44% van degenen met een technisch beroep is jonger dan 35 jaar en 10% is 55 jaar of ouder. Voor de meeste sectoren geldt dat van degenen met een technisch beroep ongeveer 30% jonger is dan 35 jaar en ongeveer 20% 55 jaar of ouder.

Er is variatie in het opleidingsniveau van werknemers in verschillende sectoren. Van de personen in de ICT-sector met een technisch beroep is 65% hoogopgeleid. De bouw, voedings- en genotmiddelenindustrie en overige industrie zijn sectoren met relatief weinig hoogopgeleide personen met een technisch beroep (respectievelijk 11%, 9% en 15%).

Lees meer

De afgelopen jaren hebben verschuivingen plaatsgevonden in de technische banen van verschillende sectoren. In de grafiek is de ontwikkeling per sector ten opzichte van 2013 weergegeven. Opvallende stijger is de ICT-sector, met een toename van 92% van het aantal personen met een technisch beroep. Het gaat in absolute aantallen om +85.000 in 2021 ten opzichte van 2013.1

De energie en delfstoffensector kent daarnaast in het laatste jaar een stijging. Het aantal technische banen in die sector nam af met 23% tussen 2013 en 2018. Daarna begon het aantal te stijgen en het aantal personen met een technisch beroep ligt in die sector nu 30% hoger dan in 2013 (+9.000 personen).

1. Let op dat ICT beroep en ICT sector verschillende definities zijn. ICT beroepen worden gedefinieerd door de werkzaamheden in de baan. ICT sector gaat om het segment waarin een beroep zich bevindt. Een ICT beroep kan zich zowel binnen als buiten de ICT sector bevinden.

Lees meer

Van alle personen die in 2021 werkzaam waren in een technisch beroep, is 16% vrouw. Onder hoogopgeleiden die werken in de techniek is het aandeel vrouwen hoger dan onder middelbaar en basisopgeleiden die werken in de techniek. Het gaat om 21% vrouwen onder de hoogopgeleide werkenden in de techniek, ten opzichte van 13% vrouwen onder basisopgeleide werkenden en 12% vrouwen onder middelbaar opgeleide werkenden in de techniek.

Lees meer

In de periode 2013 tot 2021 is het aantal vrouwen met technische beroepen relatief sneller gestegen dan het aantal mannen. Hierdoor is het aandeel vrouwen in technische beroepen met 3,6 procentpunt toegenomen, van 12% in 2013 tot 15,6% in 2021. In het laatste jaar is het aandeel vrouwen met 0,7 procentpunt toegenomen van 14,9% in 2020 tot 15,6% in 2021.

Lees meer

Het grootste gedeelte van de personen dat in 2021 werkzaam was in een technisch beroep, is middelbaar opgeleid (40%). Vrouwen in een technisch beroep zijn relatief vaak hoogopgeleid: 51% van de vrouwen met een technisch beroep heeft een hbo- of wo-opleiding, ten opzichte van 36% van de mannen met een technisch beroep. Personen tot 35 jaar en van 35 tot en met 54 jaar met een technisch beroep zijn relatief vaker hoogopgeleid (respectievelijk 42% en 40%) dan personen van 55 jaar of ouder met een technisch beroep (26%).1

1, Door afronding tellen percentages niet altijd op tot 100%.

Lees meer

50% van de personen die in 2021 een technisch beroep uitvoerden, is technisch opgeleid. In 2020 was dit percentage 52%. Het aandeel dat werkzaam is in een technisch beroep en geen technische opleiding heeft gevolgd is 44%. Van 5% van de personen die werkt in een technisch beroep is de opleiding onbekend.

Er zijn verschillen tussen opleidingsniveaus; werkenden in de techniek met basis opleidingsniveau hebben minder vaak een technische opleiding gevolgd (33%) dan middelbaar (52%) en hoger opgeleiden met een technisch beroep (60%).

Lees meer

Welke gevolgde opleidingsrichtingen komen vaak voor onder personen met een technisch beroep? Het totaal aantal werkenden met een technisch beroep is in 2021 1.762.000.

De onderwijsdiploma’s die het vaakst voorkomen bij personen in technische beroepen:

  1. Techniek, industrie en bouwkunde (38%)
  2. Algemeen (18%)
  3. Recht, administratie, handel en zakelijke dienstverlening (10%)

Per opleidingsniveau wisselt de studierichting van personen in technische beroepen.

Onder basisopgeleiden in een technisch beroep heeft 45% algemeen onderwijs gehad en 32% een diploma in techniek, industrie en bouwkunde.

Onder middelbaar opgeleiden in een technisch beroep heeft 47% een diploma in de richting van techniek, industrie en bouwkunde en 20% is algemeen opgeleid.

Onder hoger opgeleiden in een technisch beroep heeft 34% een diploma in de richting van techniek, industrie en bouwkunde, 17% een informatica-diploma, 16% een diploma in de richting van recht, administratie, handel en zakelijke dienstverlening en 10% een wiskunde en natuurwetenschappendiploma.

Opvallend is het aandeel met een diploma recht, administratie, handel en zakelijke dienstverlening onder hoogopgeleiden met een technisch beroep. In een aanvullend maatwerk met data gebundeld van 2015-20201 is de onderwijsrichting verder uitgesplitst.2 Daaruit is op te maken dat personen met een technisch beroep in deze categorie gediplomeerden relatief vaak de opleidingsrichting management bedrijfs- en personeelswetenschappen hebben gevolgd.

1. Arbeidsdeelname van technici, 2013-2020: deel 3.
2. Waar data van de hoofdrichtingen gebaseerd zijn op meetjaar 2021 van de Enquête Beroepsbevolking (EBB), representeren subrichtingen het gemiddelde van meetjaar 2015-2020 van de EBB. Subrichtingen kunnen vanwege kleine aantallen alleen berekend worden als een aantal jaren tegelijk geanalyseerd worden en die data lopen tot en met 2020.

Lees meer

Mannen met technische beroepen hebben vaak een technische opleiding gevolgd. Vrouwen met technische beroepen hebben meer diverse opleidingsachtergronden.

De opleidingsachtergrond van mannen met technische beroepen is het vaakst een studie richting techniek, industrie en bouwkunde (43%). Uit aanvullend maatwerk van 2015-20201 blijkt dat de meest voorkomende opleidingsrichtingen onder mannen in technische beroepen bouwkunde en civiele techniek, elektro- en energietechniek en werktuigbouwkunde en metaalbewerking zijn.2 Ook diploma’s in voertuigtechniek, scheepsbouw- en vliegtuigbouwkunde komen regelmatig voor onder mannen met een technisch beroep.


1. Arbeidsdeelname van technici, 2013-2020: deel 3.
2. Tabel 2 bevat gedetailleerdere uitsplitsing die berekend is op basis van het gemiddelde van meetjaren 2015-2020 van de Enquête Beroepsbevolking. Tabel 1 bevat hoofdcategorieën, die gebaseerd zijn op data van meetjaar 2020.

Lees meer

Technisch opgeleiden komen terecht in zowel technische als niet-technische beroepen en sectoren. Van alle werkende technisch opgeleide personen heeft:

  • 28% een technisch beroep in een technische sector; Denk hierbij bijvoorbeeld aan een bouwvakker in een bouwbedrijf.
  • 24% een technisch beroep in een niet-technische sector of sector onbekend; Denk hierbij bijvoorbeeld aan een ICT’er die bij de overheid werkt.
  • 11% een niet-technisch beroep in een technische sector Denk hierbij aan een leidinggevende in een technisch bedrijf.
  • 32% een niet-technisch beroep in een niet-technische sector of sector onbekend. Denk bijvoorbeeld aan een bioloog die werkt als docent op een middelbare school. Of een wiskundige als consultant bij een adviesbureau.

De 43% met een niet-technisch beroep betekent dus niet per definitie dat het gaat om ‘weglek’. In onderzoek van hogeschool Saxion en Universiteit Twente1 blijkt dat 82% van hun technisch gediplomeerden aangeeft technische kennis nodig te hebben voor zijn/haar functie, hoewel alleen de helft van hen in een technisch beroep terechtkomt.

Het percentage technisch opgeleiden dat niet in een technisch beroep werkt neemt toe met de leeftijd: in 2021 gaat het bij technici onder de 35 jaar om 35%, voor technici tussen de 35 tot en met 54 jaar om 44%, terwijl het bij de 55-plussers om 51% gaat.

Met name hoogopgeleide 55-plussers met een technische studieachtergrond werken in niet-technische beroepen (54%). Dit is deels verklaarbaar doordat zij regelmatig doorgroeien naar een leidinggevende functie, al dan niet in een technische omgeving. Leidinggevende functies worden niet meegerekend tot de technische beroepen, terwijl bij de betreffende functie vaak wel technische kennis en ervaring gewenst is.

Relatief weinig vrouwen met een technische opleiding werken in een technisch beroep: 31% ten opzichte van 57% van de mannen.

1. Bèta-alumni aan het werk: wie kiest er voor de techniek?

Lees meer

Welke (niet-)technische opleidingen leiden relatief vaak tot een technisch beroep?

De opleidingsrichtingen die vaak leiden tot een technisch beroep zijn informatica en techniek, industrie en bouwkunde. Personen met een informaticadiploma werken in 60% van de gevallen in een technisch beroep. Bij personen met techniek-, industrie- en bouwkundediploma’s is dit bij 54% het geval.

Studierichtingen waarbij relatief weinig personen een technisch beroep hebben, zijn gezondheidszorg en welzijn (3%) en onderwijs (4%). Van de andere studierichtingen is het aandeel afgestudeerden dat een technisch beroep heeft 10% of meer. Landbouw, diergeneeskunde en -verzorging en vormgeving/kunst/talen/geschiedenis steken er als ‘niet-technische’ richtingen bovenuit met percentages rond de 16-17%.

Binnen de grote onderwijscategorieën verschillen subrichtingen1 als het gaat om het percentage afgestudeerden dat in een technisch beroep werkt. De subgroepen met het hoogste percentage afgestudeerden in een technisch beroep zijn elektronica en industriële automatisering (66%), gevolgd door elektro- en energietechniek (64%). Vervolgens zijn in de richtingen softwareontwikkeling en systeemanalyse (62%) en ontwerp en beheer van databases en netwerken (61%) de meeste gediplomeerden aan het werk in een technische functie.

Binnen de categorie vormgeving, kunst, talen en geschiedenis zijn de verschillen tussen subrichtingen het grootst. Ter illustratie: 29% van de (werkende) afgestudeerden in mode-, interieur-, en industriële vormgeving heeft een technisch beroep en 16% van de gediplomeerden in filosofie en ethiek. Aan de andere kant werken bijvoorbeeld afgestudeerden van vreemde talen (8%), muziek en theater (7%) en theologie en levensbeschouwing (7%) minder vaak in een technisch beroep.

1. Waar data van de hoofdrichtingen gebaseerd zijn op meetjaar 2021 van de Enquête Beroepsbevolking (EBB), representeren subrichtingen het gemiddelde van meetjaar 2015-2020 van de EBB. Subrichtingen kunnen vanwege kleine aantallen alleen berekend worden als een aantal jaren tegelijk geanalyseerd worden. Het maatwerk is hier te vinden in ‘deel 3’.

Lees meer

Een deel van de personen met een technische achtergrond, werkt in een niet-technisch beroep (43%). De beroepen waar zij vaak in terecht komen, zijn:

  • Basisopgeleide technici: vrachtwagenchauffeur, lader, losser en vakkenvuller of transportplanner en logistiek medewerker (samen 32% van de niet-technische beroepen).
  • Middelbaar opgeleide technici: transportplanner en logistiek medewerker, verkoopmedewerker detailhandel of vertegenwoordiger en inkoper (samen 21% van de niet-technische beroepen).
  • Hoger opgeleide technici: bedrijfskundige en organisatieadviseur, adviseur marketing, public relations en sales of docent hoger onderwijs en hoogleraar (samen 21% van de niet-technische beroepen).
Lees meer

VROUWEN EN DE KEUZE VOOR BÈTATECHNISCHE OPLEIDINGEN EN LOOPBANEN

Hoe vaak kiezen mannen en vrouwen voor technische vakkenpakketten en opleidingen? Hoe staat het ervoor op de arbeidsmarkt? Welke trends zijn er? Hoeveel mannen en vrouwen werken in technische beroepen & sectoren? In welke beroepen zijn vrouwen sterk oververtegenwoordigd of juist ondervertegenwoordigd? Al deze informatie is samengebracht in een overzichtelijke factsheet.

Meer Monitor Techniekpact onderdelen

vmbo profielkeuze en doorstroom naar mbo
havo/vwo profielkeuze en doorstroom naar ho
mbo instroom en gediplomeerden
ho instroom en gediplomeerden
leraren
arbeidsvraag en -tekorten
kenmerken technische arbeidsmarkt
Publicaties