Hoger onderwijs (ho)

Er is nog steeds sprake van een tekort aan technici op de arbeidsmarkt. Het is dan ook van groot belang om de juiste student op de juiste plek te krijgen en te behouden. Daarom werken hogescholen, universiteiten en overheden nauw samen met het technische bedrijfsleven. De focus ligt onder meer op het verduurzamen van publiek-private samenwerkingen, zoals de Centres of Expertise.

De onderwijscijfers worden jaarlijks geüpdatet. Het betreft hier een update van 8 april 2022.

Monitor Techniekpact

Zelf aan de slag?

Vragen? Bronnen
Let op: buttons openen in een nieuw tabblad.

Het aandeel bètatechnische studenten binnen het totaal aantal studenten in het hoger onderwijs is tussen 2011/12 en 2015/16 gestegen van 23% tot 29%. Vanaf 2018/19 nam dit percentage licht af naar 28% in 2020/21. Op het wo ligt het aandeel studenten dat kiest voor bètatechniek al die jaren een stuk hoger dan op het hbo. In 2021/22 gaat het om respectievelijk 34% en 23%.

Het aandeel vrouwen dat in het hoger onderwijs kiest voor een bètatechnische opleiding was in 2021/22 18%. Dit aandeel was in 2011/2012 nog 12%. Het aandeel bij de mannen was het afgelopen jaar 39%. De afgelopen jaren is het aandeel bij vrouwen vrij constant 18% geweest. Bij mannen is het na een periode van lichte daling (41% in 2017/18 tot 39% in 2020/21), het laatste jaar gelijk gebleven op 39%.

Op het wo is het aandeel vrouwen dat kiest voor bètatechniek het afgelopen jaar (2021/2022) 26%, op het hbo is dat 12%. Bij de mannen zijn deze percentages respectievelijk 44% (wo) en 36% (hbo).

Lees meer

De laatste tien jaar is het aantal studenten gestegen dat een bètatechnische opleiding start in het hoger onderwijs. Het aantal bedroeg in 2021/22 50.620. In 2011/12 was dit nog 35.013. Dit betekent een stijging van 45% in absolute aantallen. Deze stijging wordt veroorzaakt door een combinatie van groei van de totale instroom in het hoger onderwijs (+22%) en meer keuze voor bètatechnische studies. Uitzondering op de algehele trend, en daarmee ook bètatechniek, is het jaar 2020/21. Toen startte er als gevolg van de coronapandemie een groter cohort studenten, wat voor een eenmalige piek in absolute aantallen zorgde.

Als we inzoomen op de trend in het hbo en wo zijn er tegengestelde bewegingen zichtbaar. In het hbo begint het aantal studenten dat kiest voor bètatechniek heel licht te dalen vanaf 2019/20 (uitgezonderd het afwijkende jaar 2020/21), terwijl het aantal in het wo nog doorstijgt. In het hbo gaat het om 24.984 studenten in 2018/19 en 23.470 studenten in 2021/22. In het wo zijn het 24.788 studenten in 2018/19 en 27.150 studenten in 2021/22.

Waar mannen vaker een bètatechnische hbo-opleiding starten (in 2021/22 op hbo: 16.905 en wo: 15.435), starten vrouwen juist vaker met een universitaire bètatechnische opleiding (in 2021/22 op hbo: 6.565 en wo: 11.715). Zowel het aantal mannen als het aantal vrouwen dat een bètatechnische opleiding start in het hoger onderwijs is de laatste tien jaar gestegen. Daarbij is met name het aantal vrouwen dat start met een universitaire bètatechnische opleiding enorm toegenomen. In tien jaar tijd is dit verdubbeld, van 5.812 in 2011/12 naar 11.715 in 2021/22. De toename is bij zowel mannen als vrouwen deels te wijten aan de totale groei van instroom studenten, en deels aan de stijging in keuze voor bètatechniek. Bij mannen gaat het om 10% toename absolute instroom hbo bètatechniek (totaal hbo, alle studies +1%) en 56% in het wo (totaal wo +43%). Bij vrouwen gaat het om 67% in het hbo (totaal hbo +9%) en 102% in het wo (totaal wo +63%).

Lees meer

Het aandeel bètatechnisch gediplomeerden binnen het totaal van gediplomeerden in het hoger onderwijs nam tot 2019/20 toe, van 21% in 2011/12 naar 27% in 2019/20. In het laatste jaar (2020/21) is het aandeel gelijk gebleven.

Bij gediplomeerden hbo bachelors/ad steeg het aandeel de laatste tien jaar van 18% naar 22%. Het universitaire bètatechnische aandeel op masterniveau nam toe van 21% naar 29%. Het aandeel bètatechnische universitaire bachelors nam toe van 26% in 2010/11 tot 34% in 2018/19 en is sindsdien stabiel.

Het aandeel vrouwen met een bètatechnisch diploma ten opzichte van alle vrouwen met een diploma in het hoger onderwijs is in tien jaar tijd toegenomen van 10% (2011/12) naar 18% (2020/21). Bij mannen was er ook een stijging in deze periode, van 34% in 2010/11 tot 39% in 2020/21.

Lees meer

Het aantal gediplomeerden bètatechniek is in 2020/21 voor het achtste jaar op rij toegenomen, tot 31.900. Tien jaar ervoor was het aantal nog 19.067. Dit betekent een stijging van 67% in het absolute aantal bètatechniek-gediplomeerden. In de afgelopen tien jaar is ook het totale aantal gediplomeerden in het hoger onderwijs gestegen (+27%), en daarbij opgeteld het toegenomen aandeel bètatechniek, verklaart dit de forse toename van 67%. De grootste stijging komt uit het wo, waar het aantal mastergediplomeerden de afgelopen tien jaar toenam van 7.538 (2010/11) naar 15.138 (2020/21). Dat is een toename van 101%, wat hoger ligt dan de totale toename van het aantal wo-master gediplomeerden (43%). In het hbo nam het aantal bachelor/ad-gediplomeerden in dezelfde periode toe van 11.529 naar 16.762. Dat is een toename van 45%, dat deels wordt verklaard door een totale toename in hbo bachelor/ad-gediplomeerden (+20%) en deels door een toegenomen aandeel bètatechniek.

Het aantal vrouwen met een bètatechnisch diploma in het hoger onderwijs is toegenomen van 4.760 in 2010/11 naar 10.687 in 2020/21 (+125%). Hiervan wordt een beperkt deel verklaard door toename in totaal aantal gediplomeerden (+27%) en het grootste deel door stijging van het aandeel bètatechniek. Bij mannen is er eveneens sprake van een stijging, van 14.307 in 2010/11 naar 21.213 in 2020/21 (+48%). Dit wordt deels verklaard door een totale toename van het aantal gediplomeerden (30%) en deels door een stijging in aandeel bètatechniek.

Lees meer

Numerus fixus
Numerus fixus wordt bij studies om verschillende redenen ingesteld. Een veel voorkomende reden is uitvoerbaarheid zoals het aantal beschikbare docenten, collegezalen, practica-ruimten en dergelijke. Een andere veel voorkomende reden is een limiet vanwege minder gunstige arbeidsmarktperspectieven. Ontwikkeling van numerus fixus-studies heeft dus invloed op de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Zoals gezegd, kan dit bijdragen aan een gewenste balans. Maar als een numerus fixus om praktische redenen wordt ingesteld, kan in sommige gevallen het tegenovergestelde gebeuren: beperking van het aantal plaatsen van een opleiding waar wel veel arbeidsvraag naar is. Hier is een overzicht van opleidingen met numerus fixus te vinden.

In studiejaar 2022/23 zijn er in het hbo 7 bètatechnische studies met een numerus fixus (6 unieke opleidingscodes). Dit zijn dezelfde opleidingen als in studiejaar 2021/22. Twee studies verruimen hun capaciteit (samen +65 plaatsen) en een opleiding vermindert de capaciteit (-20 plaatsen).

Aan de universiteit zijn er in 2022/23 26 bètatechnische studies met numerus fixus (21 unieke opleidingscodes). Aan de universiteit waren er in 2021/22 21 bètatechnische studies met numerus fixus (16 unieke opleidingscodes). Dit verschil wordt veroorzaakt doordat er vijf opleidingen met numerus fixus bijkomen. Er zijn wel drie opleidingen die hun numerus fixus in 2022/23 wat verruimen ten opzichte van 2021/22 (gezamenlijk +65 plaatsen).

Lees meer
Women 1209678 1920

Meer Monitor Techniekpact onderdelen

vmbo profielkeuze en doorstroom naar mbo
havo/vwo profielkeuze en doorstroom naar ho
mbo instroom en gediplomeerden
ho instroom en gediplomeerden
leraren
arbeidsvraag en -tekorten
kenmerken technische arbeidsmarkt
Publicaties