M/V Leraren

M/V: aantal instroom lerarenopleidingen exact/beroepsgericht | In 2023/24 kozen 567 vrouwen voor een lerarenopleiding exact of beroepsgericht, tegenover en 747 mannen. Tien jaar geleden bedroeg dit aantal respectievelijk 792 en 1.311. Er is dus zowel een daling te zien bij vrouwen als bij mannen. Bij de mannen is er een constante daling waar te nemen, terwijl het aantal vrouwen dat instroomde in exacte/beroepsgerichte lerarenopleidingen tot aan 2016/17 steeg, waarna het begon af te nemen. Waar het aantal vrouwen de afgelopen tien jaar met 28% is afgenomen, is het aantal mannen met 43% afgenomen.  

M/V: populariteit bètatechnische lerarenopleidingen | Vrouwen kiezen relatief vaker dan mannen voor een bètatechnische lerarenopleiding, in vergelijking met een bètatechnische opleiding. In de eerstegraads opleidingen kiest in 2023/24 2,4% van de vrouwen een bètatechnische lerarenopleiding (ten opzichte van een ‘reguliere’ bètatechnische masteropleiding), tegenover 1,8% van de mannen. In de tweedegraads opleidingen (t.o.v. instroom in bètatechnische bacheloropleidingen) gaat het om 4,6% van de vrouwen en 2,9% van de mannen.  

Zowel voor mannen als vrouwen is de populariteit van de lerarenopleidingen de afgelopen tien jaar gedaald. In 2013/14 waren de percentages bij de eerstegraads bètatechnische lerarenopleidingen ten opzichte van bètatechnische masteropleidingen respectievelijk 4,4% (vrouwen) en 3,6% (mannen). Bij de tweedegraads bètatechnische lerarenopleidingen ten opzichte van de bètatechnische bacheloropleidingen waren in dat jaar de percentages respectievelijk 8,9% (vrouwen) en 4,6% (mannen).  

M/V: ratio instroom lerarenopleidingen exact/beroepsgericht | De man/vrouw verhouding qua aantallen in de instroom van de bètatechnische lerarenopleidingen is 57% versus 43% in 2023/24. De afgelopen tien jaar is de vertegenwoordiging vrouwen in de bètatechnische lerarenopleidingen toegenomen: in 2013/14 was de verhouding nog 62% man versus 38% vrouw.  

De vertegenwoordiging van vrouwen is met name toegenomen bij de exacte hbo-opleidingen (zowel eerstegraads als tweedegraads). Bij de exacte eerstegraads hbo-lerarenopleidingen zijn in 2023/24 de percentages gelijk (50% man versus 50% vrouw). Ook bij de universitaire exacte eerstegraads lerarenopleidingen liggen de instroomaantallen van mannen en vrouwen dicht bij elkaar (51% man en 49% vrouw). Bij de tweedegraads technisch beroepsonderwijs hbo-opleidingen ligt het aantal ver uit elkaar (83% man versus 17% vrouw).  

Aandeel bètatechnische lesuren gegeven door vrouwen | In de grafiek is te zien dat er in 2022 nog steeds meer mannen dan vrouwen bètatechnische lesuren verzorgen in het voortgezet onderwijs: 39% van deze lesuren wordt gegeven door vrouwen en 61% door mannen.^1,2

De afgelopen jaren is het percentage vrouwen wel flink toegenomen. In 2007 (handmatig in te stellen via het schuifbalkje) werd 26% van de bètatechnische lesuren door vrouwen gegeven, in 2022 is dat 39%. Het aandeel vrouwen dat bètatechnische lesuren verzorgt, is daarmee (relatief) met 50% toegenomen in 2022 ten opzichte van 2007. Als we dit vergelijken met niet-bètatechnische lesuren, zien we of dit een algemene trend is, of een toename specifiek voor bètatechniek.  

In 2022 werd 55% van de niet-bètatechnische lesuren verzorgd door vrouwen. Dit aandeel was in 2007 49% en is daarmee (relatief) met 12% toegenomen de afgelopen vijftien jaar. Dit betekent dat er sprake is van een inhaalslag van vrouwen die in het voortgezet onderwijs bètatechnische lesuren verzorgen (relatieve toename van 50%, ten opzichte van 12% bij niet-bètatechnische lesuren).