M/V Hoger onderwijs (ho)

In de Monitor Techniekpact is er extra aandacht voor de keuzes die mannen en vrouwen maken in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. Binnen het thema hoger onderwijs zijn data verzameld om antwoord te geven op de volgende vragen: welk deel van de mannen en welk deel van de vrouwen die instromen in het ho, kiezen voor bètatechniek? In welke verhoudingen resulteert dat, en hoe zit dat per instelling? Naar welke specifieke bètatechnische opleidingen trekken mannen en vrouwen toe, en in welke man/vrouw-verhoudingen resulteert dat?  

De onderwijsdata worden jaarlijks geüpdatet. Het betreft hier een update van 27 juni 2024. 

Monitor Techniekpact

Zelf aan de slag?

Vragen? Bronnen
Let op: buttons openen in een nieuw tabblad.

M/V aandeel instroom bètatechniek in het hoger onderwijs | Binnen het hoger onderwijs kiezen vrouwen in 2023/24 nog altijd minder vaak voor een bètatechnische opleiding dan mannen. Op het hbo is het aandeel vrouwen dat kiest voor een bètatechnische opleiding momenteel gelijk aan 13%, tegenover 36% bij de mannen. Op het wo ligt dit aandeel voor zowel mannen als vrouwen hoger. Hier kiest 27% van de vrouwen en 45% van de mannen voor een bètatechnische opleiding. Het verschil in aandeel tussen mannen en vrouwen is op het wo ook kleiner dan op het hbo.  

Het aandeel bètatechnische studenten is zowel in het hbo als in het wo ten opzichte van tien jaar geleden licht gestegen onder zowel de mannen als de vrouwen. Op het hbo waren tien jaar geleden de percentages M:34%, V:9% en op het wo M:44%, V:25%. Het afgelopen jaar is het aandeel mannen dat instroomt in bètatechnisch hbo met 1 procentpunt gedaald. Het aandeel vrouwen dat kiest voor bètatechniek op het hbo is met 1 procentpunt gestegen. Bij het wo zijn er het afgelopen jaar geen veranderingen geweest in het aandeel mannen en vrouwen dat instroomt in een bètatechnische opleiding.

Lees meer

Ratio m/v instroom bètatechniek in het hoger onderwijs | Vrouwen zijn nog altijd in de minderheid binnen de instroom van het bètatechnisch hoger onderwijs, met name in het hbo. In het hbo is de man/vrouw verhouding in 2023/24 71% versus 29%. In het wo is deze verhouding 58% versus 42% 

Ten opzichte van tien jaar geleden is de vertegenwoordiging van vrouwen toegenomen. Binnen het hbo was in 2013/14 de vertegenwoordiging vrouwen 23% (t.o.v. 77% man), binnen het wo bestond toen 39% van de instromers uit vrouwen (t.o.v. 61% man). In het laatste jaar is het aandeel vrouwen in het wo licht afgenomen (43% naar 42%) en in het hbo licht toegenomen (28% naar 29%). 

Lees meer

Ratio m/v bètatechnische instroom hbo naar instelling | De nieuwe bètatechnische studenten (instroom 2023/24) bestaan bij alle hbo-instellingen uit meer dan 50% mannen, dit betekent dat vrouwen overal zijn ondervertegenwoordigd. Er zijn tussen de hogescholen significante verschillen. Hieronder lichten we hogescholen uit waar vrouwen relatief goed zijn vertegenwoordigd bij instroom in de bètatechniek, of juist erg in de minderheid zijn. Het opleidingsaanbod van een instelling kan hierbij een rol spelen gezien de verschillende keuzes voor opleidingen tussen mannen en vrouwen (zie grafieken over keuze voor specifieke opleidingen). 

Instellingen waar vrouwen relatief veel zijn vertegenwoordigd bij de bètatechnische instroom, zijn Hogeschool Van Hall Larenstein (47% v/53% m), HAS Hogeschool (47% v/53% m) en Hogeschool Leiden (45% v/55% m). 

Instellingen waar vrouwen flink in de minderheid zijn in de bètatechnische instroom, zijn Christelijke Hogeschool Ede (9% v/91% m), Chr. Hogeschool Windesheim (14% v/86% m), Fontys Hogescholen (22% v/78% m) en Zuyd Hogeschool (22% v/78% m).  

Lees meer

Aantal m/v bètatechnische instroom hbo naar instelling | Als mannen en vrouwen instromen in een bètatechnische opleiding, voor welke hogescholen kiezen zij het vaakst? Cijfers in deze grafiek zijn mede afhankelijk van de grootte van een hogeschool en het opleidingsaanbod.  

Vrouwen die in 2023/24 instromen bij een bètatechnische opleiding, gaan het vaakst naar de Hogeschool van Amsterdam (900), Hogeschool Utrecht (558) en Hogeschool Rotterdam (544). Hoewel de vertegenwoordiging van de vrouwen bij bètatechnische opleidingen van deze instellingen onder de 35% ligt, is het absolute aantal het hoogste.  

Mannen die kiezen voor een bètatechnische opleiding op het hbo, gaan vaak naar Hogeschool van Amsterdam (1.835), maar ook naar Fontys Hogescholen (1.709) en Hogeschool Rotterdam (1.526).  

Dat Hogeschool van Amsterdam en Hogeschool Rotterdam in zowel de top-drie van mannen en vrouwen voorkomen, is te verklaren door de grote totale omvang van de instroom in bètatechnische opleidingen aan deze instellingen. Als we kijken naar geslacht, kiezen vrouwen echter specifiek vaker voor Hogeschool Utrecht, en mannen voor Fontys Hogescholen.

Lees meer

Ratio m/v bètatechnische instroom wo naar instelling | Op het wo zijn, in tegenstelling tot het hbo, wél instellingen waar meer dan de helft van de instromers aan de bètatechnische opleidingen vrouw is. Ook hier geldt dat opleidingsaanbod een factor kan zijn die invloed heeft op het aantrekken van meer mannen of vrouwen.  

De drie wo-instellingen waar in 2023/24 vrouwen het sterkst zijn vertegenwoordigd in de instroom in bètatechnische opleidingen, zijn Wageningen University (57% v/43% m), Universiteit Utrecht (52% v/48% m) en Universiteit Leiden (50% v/50% m).  

De instellingen waar de mannen juist het meest zijn vertegenwoordigd in de instroom in bètatechnische opleidingen, zijn Technische Universiteit Eindhoven (28% v/72% m), Universiteit Twente (29% v/71% m), en Technische Universiteit Delft (31% v/69% m).  

Lees meer

Aantal m/v bètatechnische instroom wo naar instelling | Als mannen en vrouwen instromen in een bètatechnische opleiding, voor welke universiteiten kiezen zij het vaakst? Cijfers in deze grafiek zijn mede afhankelijk van de grootte van een universiteit en het opleidingsaanbod.  

Vrouwen die in 2023/24 instromen bij een bètatechnische opleiding aan de universiteit, gaan het vaakst naar Universiteit Utrecht (1.572), Technische Universiteit Delft (1.428) en Wageningen University (1.286). Als we daarbij kijken naar de instroomratio’s, blijken zowel de Universiteit Utrecht als Wageningen University een relatief grote vertegenwoordiging van vrouwen te hebben bij de instroom in bètatechnische opleidingen.  

Mannen die een bètatechnische universitaire studie starten, gaan het vaakst naar Technische Universiteit Delft (3.181), Technische Universiteit Eindhoven (2.033) en Universiteit Utrecht (1.433).  

Als we kijken naar geslacht, zien we dat de Technische Universiteit Delft en de Universiteit Utrecht in de top-drie van zowel mannen als vrouwen voorkomen. Dit kan worden verklaard uit het hoge totaalaantal studenten dat aan deze universiteiten instroomt in een bètatechnische studie. Waar wel een verschil zit, is dat vrouwen vaker kiezen voor een bètatechnische opleiding bij Wageningen University en mannen juist relatief vaker voor Technische Universiteit Eindhoven en Universiteit Twente (zie grafiek).  

Lees meer

Ratio m/v bètatechnische instroom hbo naar opleiding | Er zijn grote verschillen in de vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in de instroom van individuele opleidingen. 

Bètatechnische hbo-opleidingen waar de vertegenwoordiging vrouwen in de instroom van 2023/24 het grootst is (75% of meer) zijn: b forensisch laboratoriumonderzoek (86% v), b fashion & textile technologies (83% v), b medisch beeldvormende en radiotherapeutische technieken (79% v), b farmakunde (79% v), b forensisch onderzoek (78% v), m innovative textile development (78% v) en b food innovation (75% v). Bij de hbo-opleidingen m human-centered artificial intelligence, m data driven business en ad omgevingskunde zijn ook uitsluitend vrouwen ingestroomd, maar dit betreft heel kleine aantallen (instroom <5).  

Van alle bètatechnische hbo-opleidingen met minimaal tien instromers in 2023/24, zijn er 47 opleidingen waarvan 80% of meer van de instroom bestaat uit mannen. Van 23 van de 47 opleidingen is zelfs 90% of meer van de instromers man; waarvan voor 8 opleidingen geldt dat er uitsluitend mannen zijn ingestroomd in 2023/24 (100%).  

De tien grootste opleidingen qua absolute aantallen waar mannen sterk in de meerderheid zijn bij de instroom (80% of meer), zijn b hbo-ICT (3.488 instromers, waarvan 88% man), b werktuigbouwkunde (1.081, wv. 93% man), b technische bedrijfskunde (1.030, wv. 89% man), b informatica (954, wv. 86% man), b elektrotechniek (579, wv. 92% man), b engineering (512 wv. 88% man), b automotive (350, wv. 93% man), b mechatronica (329, wv. 93% man), b aviation (310, wv. 84% man) en b civiele techniek (300, wv. 86% man). De grootste opleiding met 100% mannen in de instroom is de opleiding ad civiele techniek projectvoorbereiding en -realisatie (24 instromers).  

De afgelopen tien jaar is de vertegenwoordiging van vrouwen in een aantal opleidingen opvallend toegenomen. Voorbeelden hiervan zijn b milieukunde (techniek) (van 38% naar 63%, een toename van 25 procentpunt), b communication and multimedia design (van 37% naar 59%; +22 procentpunt), b built environment (van 17% naar 33%, +16 procentpunt), b chemische technologie (van 15% naar 30%, +15 procentpunt), b industrieel product ontwerpen (van 31% naar 46%, +15 procentpunt) en b bouwkunde (van 20% naar 34%, +14 procentpunt).  

In een aantal opleidingen heeft een relatief sterke groei van vertegenwoordiging vrouwen plaatsgevonden, omdat zij in eerste instantie erg ondervertegenwoordigd waren. Voorbeelden van deze opleidingen zijn: b technische informatica (van 1% naar 12% v), b mechatronica (van 1% naar 7% v), b automotive (van 2% naar 7% v), b werktuigbouwkunde (van 3% naar 7% v) en b informatica (van 6% naar 14% v). De opleidingen die pas na 2013/14 gestart zijn (en de opleidingen met minder dan tien studenten) zijn hier niet in meegenomen.  

Lees meer

Aantal m/v bètatechnische instroom hbo naar opleiding | Mannen en vrouwen hebben verschillende voorkeuren voor bètatechnische studies. Hoewel de absolute aantallen mannen die kiezen voor bètatechnische opleidingen hoger liggen, zie je bij deze groep ook meer spreiding over verschillende opleidingen (hbo-ict uitgezonderd, die een erg hoge instroom van mannen kent). Vrouwen hebben een meer specifieke voorkeur voor bepaalde bètatechnische opleidingen, en verspreiden zich minder over verschillende opleidingen.  

Als vrouwen kiezen voor een bètatechnische hbo-opleiding, kiezen zij in 2023/24 het vaakst voor b biologie en medisch laboratoriumonderzoek (921), b communication and multimedia design (703), b bouwkunde (453) en b hbo-ict (416).  

Als mannen kiezen voor een bètatechnische hbo-opleiding, kiezen zij vaak voor b hbo-ict (3.072), b werktuigbouwkunde (1.003), b technische bedrijfskunde (919), b bouwkunde (875) en b informatica (821). 

Lees meer

Ratio m/v bètatechnische instroom wo naar opleiding | Op het wo zijn er, net als op het hbo, grote verschillen tussen bètatechnische opleidingen in de hoeveelheid mannen en vrouwen die instromen. Dat levert grote variatie op in de ratio mannen en vrouwen per opleiding.  

Als we opleidingen met instroom van minimaal tien studenten in 2023/24 bekijken, zijn er 9 opleidingen waarin vrouwen 80% of meer van de instroom uit maken. Dit betreft de opleidingen b zorg, gezondheid & samenleving (90% v), m governance of sustainability (88% v), m conservering en restauratie van cultureel erfgoed (86% v), m nutrition and health (85% v), b gezondheid en leven (83% v), m voice technology (82% v), m science and innovation (81% v), b biomedical sciences (81% v) en b liberal arts and sciences: global challenges (81% v).  

Er zijn 22 bètatechnische wo-opleidingen van minimaal tien studenten waar juist mannen flink in de meerderheid zijn (80% of meer bij de instroom in 2023/24). In absolute aantallen zijn daarvan de tien grootste opleidingen b werktuigbouwkunde (1051, wv. 87% m), b technische informatica (804, wv. 85% m), b electrical engineering (540, wv. 88% m), b informatica (487, wv. 83% m), b luchtvaart- en ruimtevaarttechniek (435, wv. 82% m), b technische natuurkunde (414, wv. 81% m), b mechanical engineering (304, wv. 89% m), b civiele techniek (251, wv. 80% m), b technical computer science (191, wv. 82% m) en m mechanical engineering (134, wv. 81% m).  

Veel wo-opleidingen kennen grote stijgingen in de vertegenwoordiging van vrouwen. We lichten een aantal voorbeelden uit van grotere opleidingen waarin het aandeel vrouwen dat zich inschrijft in tien jaar tijd flink is toegenomen. De ratio m/v flink is veranderd bij bijvoorbeeld b bouwkunde (37% naar 56% v), b liberal arts and sciences: global challenges (62% naar 81% v) en b industrieel ontwerpen (42% naar 60% v). Relatief grote stijgingen sinds 2013/14 hebben plaatsgevonden bij studies waarin vrouwen sterk ondervertegenwoordigd waren, zoals b technische informatica (toegenomen van 5% naar 15% v), b electrical engineering (toegenomen van 5% naar 12% v), b informatica (8% naar 18% v), b natuur- en sterrenkunde (14% naar 29% v) en technische natuurkunde (10% naar 19% v). Opleidingen die pas na het jaar 2013/14 gestart zijn, zijn logischerwijze niet meegenomen. 

Lees meer

Meer Monitor Techniekpact onderdelen

vmbo profielkeuze en doorstroom naar mbo
havo/vwo profielkeuze en doorstroom naar ho
mbo instroom en gediplomeerden
ho instroom en gediplomeerden
arbeidsvraag en -tekorten
kenmerken technische arbeidsmarkt
Publicaties