M/V Hoger onderwijs (ho)

In de Monitor Techniekpact van 2023 wordt er speciale aandacht besteed aan de keuzes die mannen en vrouwen maken op het gebied van onderwijs en werk. Binnen het thema hoger onderwijs zijn er gegevens verzameld om antwoord te krijgen op de volgende vragen:  welk deel van de mannen en welk deel van de vrouwen die instromen in het ho, kiezen voor bètatechniek? In welke verhoudingen resulteert dat, en hoe zit dat per instelling? Naar welke specifieke bètatechnische opleidingen trekken mannen en vrouwen toe, en in welke man/vrouw-verhoudingen resulteert dat?

De onderwijsdata worden jaarlijks geüpdatet. Het betreft hier een update van 29 juni 2023. 

Monitor Techniekpact

Zelf aan de slag?

Vragen? Bronnen
Let op: buttons openen in een nieuw tabblad.

M/V aandeel instroom bètatechniek in het hoger onderwijs | Binnen het hoger onderwijs kiezen vrouwen in 2022/23 nog altijd minder vaak voor een bètatechnische opleiding dan mannen. Op het hbo is het aandeel vrouwen dat kiest voor een bètatechnische opleiding momenteel gelijk aan 12%, tegenover 37% bij de mannen. Op het wo ligt dit aandeel voor zowel mannen als vrouwen hoger. Hier kiest 27% van de vrouwen en 45% van de mannen voor een bètatechnische opleiding. Het verschil in aandeel tussen mannen en vrouwen is op het wo ook kleiner dan op het hbo.

Het aandeel bètatechnische studenten is zowel in het hbo als in het wo ten opzichte van tien jaar geleden licht gestegen onder zowel de mannen als de vrouwen. Op het hbo waren tien jaar geleden de percentages M:34%, V:8% en op het wo M:42%, V:24%. Het afgelopen jaar is het aandeel mannen dat instroomt in bètatechnisch hbo én wo met 1 procentpunt gestegen. Het aandeel vrouwen dat kiest voor bètatechniek op het wo is met 1 procentpunt gestegen en op het hbo gelijk gebleven ten opzichte van vorig jaar.

Lees meer

Ratio m/v instroom bètatechniek in het hoger onderwijs | Vrouwen zijn nog altijd in de minderheid binnen de instroom van het bètatechnisch hoger onderwijs, met name in het hbo. In het hbo is de man/vrouw verhouding in 2022/23 72% versus 28%. In het wo is deze verhouding 57% versus 43%.

Ten opzichte van tien jaar geleden is de vertegenwoordiging van vrouwen toegenomen. Binnen het hbo was in 2012/13 de vertegenwoordiging vrouwen 21% (t.o.v. 79% man), binnen het wo bestond toen 38% van de instromers uit vrouwen (t.o.v. 62% man). De laatste drie jaar is de ratio stabiel gebleven, en is de vertegenwoordiging van vrouwen dus niet verder toegenomen.

Lees meer

Ratio m/v bètatechnische instroom hbo naar instelling | De nieuwe bètatechnische studenten (instroom 2022/23) bestaan bij alle hbo-instellingen uit meer dan 50% mannen, dit betekent dat vrouwen overal zijn ondervertegenwoordigd. Er zijn tussen de hogescholen significante verschillen. Hieronder lichten we hogescholen uit waar vrouwen relatief goed zijn vertegenwoordigd bij instroom in de bètatechniek, of juist erg in de minderheid zijn. Het opleidingsaanbod van een instelling kan hierbij een rol spelen gezien de verschillende keuzes voor opleidingen tussen mannen en vrouwen (zie grafieken onder over keuze voor specifieke opleidingen).

Instellingen waar vrouwen relatief veel zijn vertegenwoordigd bij de bètatechnische instroom, zijn Hogeschool Van Hall Larenstein (47% v/53% m), Hs vd Kunsten Utrecht (45% v/55% m), HAS Hogeschool (44% v/56% m) en Hogeschool Leiden (40% v/60% m).

Instellingen waar vrouwen flink in de minderheid zijn in de bètatechnische instroom, zijn Christelijke Hogeschool Ede (4% v/96% m), Chr. Hogeschool Windesheim (12% v/88% m), Fontys Hogescholen (19% v/81% m) en Zuyd Hogeschool (20% v/80% m).

Er zijn hbo-instellingen waar de vertegenwoordiging van vrouwen in bètatechnische studies de afgelopen tien jaar (2012/13 tot aan 2022/23) flink is toegenomen. Er is zelfs sprake van een (ruime) verdubbeling bij drie hogescholen: Hs vd Kunsten Utrecht (van 22% naar 45%), Breda Univ of Applied Sciences (van 18% naar 36%) en NHL Stenden Hogeschool (van 14% naar 29%).

Lees meer

Aantal m/v bètatechnische instroom hbo naar instelling | Als mannen en vrouwen instromen in een bètatechnische opleiding, voor welke hogescholen kiezen zij het vaakst? Cijfers in deze grafiek zijn mede afhankelijk van de grootte van een hogeschool en het opleidingsaanbod.

Vrouwen die in 2022/23 instromen bij een bètatechnische opleiding, gaan het vaakst naar de Hogeschool van Amsterdam (872), Hogeschool Utrecht (587) en Hogeschool Rotterdam (538). Hoewel de vertegenwoordiging van de vrouwen bij deze instellingen onder de 40% ligt, is het absolute aantal het hoogste.

Mannen die kiezen voor een bètatechnische opleiding op het hbo, gaan vaak naar Fontys Hogescholen (1.840), maar ook naar Hogeschool van Amsterdam (1.740) en Hogeschool Rotterdam (1.506).

Dat Hogeschool van Amsterdam en Hogeschool Rotterdam in zowel de top-drie van mannen en vrouwen voorkomen, is te verklaren door de grote totale omvang van de instroom in bètatechnische opleidingen aan deze instellingen. Als we kijken naar geslacht, kiezen vrouwen echter specifiek vaker voor Hogeschool Utrecht, en mannen voor Fontys Hogescholen.

Lees meer

Ratio m/v bètatechnische instroom wo naar instelling | Op het wo zijn, in tegenstelling tot het hbo, wél instellingen waar meer dan de helft van de instromers aan de bètatechnische opleidingen vrouw is. Ook hier geldt dat opleidingsaanbod een factor kan zijn die invloed heeft op het aantrekken van meer mannen of vrouwen.

De drie wo-instellingen waar in 2022/23 vrouwen het sterkst zijn vertegenwoordigd in de instroom in bètatechnische opleidingen, zijn Wageningen University (58% v/42% m), Maastricht University (56% v/44% m) en Universiteit Utrecht (54% v/46% m).

De instellingen waar de mannen juist het meest zijn vertegenwoordigd in de instroom in betatechnische opleidingen, zijn Hanzehogeschool Groningen (25% v/75% m; op deze hogeschool worden twee internationale universitaire masters aangeboden), Technische Universiteit Eindhoven (28% v/72% m), Universiteit Twente (28% v/72% m) en Technische Universiteit Delft (31% v/69% m).

Universiteiten waarbij de vertegenwoordiging vrouwen onder de instromers in bètatechnische opleidingen de afgelopen tien jaar (tussen 2012/13 en 2022/23) het meeste is toegenomen zijn de Erasmus Universiteit Rotterdam (toegenomen van 29% naar 44%) en de Rijksuniversiteit Groningen (toegenomen van 37% naar 45%).

Lees meer

Aantal m/v bètatechnische instroom wo naar instelling | Als mannen en vrouwen instromen in een bètatechnische opleiding, voor welke universiteiten kiezen zij het vaakst? Cijfers in deze grafiek zijn mede afhankelijk van de grootte van een universiteit en het opleidingsaanbod.

Vrouwen die in 2022/23 instromen bij een bètatechnische opleiding aan de universiteit, gaan het vaakst naar Universiteit Utrecht (1.655), Technische Universiteit Delft (1.563) en Wageningen University (1.218). Als we daarbij kijken naar de instroomratio’s, blijken zowel de Universiteit Utrecht als Wageningen University een relatief grote vertegenwoordiging van vrouwen te hebben bij de instroom in bètatechnische opleidingen.

Mannen die een bètatechnische universitaire studie starten, gaan het vaakst naar Technische Universiteit Delft (3.405), Technische Universiteit Eindhoven (1.839) en Universiteit Utrecht (1.412).

Als we kijken naar geslacht, zien we dat de Technische Universiteit Delft en de Universiteit Utrecht in de top-drie van zowel mannen als vrouwen voorkomen. Dit kan worden verklaard uit het hoge totaalaantal studenten dat aan deze universiteiten instroomt in een bètatechnische studie. Waar wel een verschil zit, is dat vrouwen vaker kiezen voor een bètatechnische opleiding bij Wageningen University (en Maastricht University, zie grafiek) en mannen juist Technische Universiteit Eindhoven (en Universiteit Twente, zie grafiek).

Lees meer

Ratio m/v bètatechnische instroom hbo naar opleiding | Er zijn grote verschillen in de vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in de instroom van individuele opleidingen.

Bètatechnische hbo-opleidingen waar de vertegenwoordiging vrouwen in de instroom van 2022/23 het grootst is (80% of meer) zijn: b farmakunde (85% v), m digital design (83% v), b medisch beeldvormende en radiotherapeutische technieken (82% v), b fashion & textile technologies (82% v) en b forensisch laboratoriumonderzoek (80% v). Bij de hbo-master human-centered artificial intelligence zijn ook uitsluitend vrouwen ingestroomd, maar dit betreft heel kleine aantallen (instroom onder de 5).

Van alle bètatechnische hbo-opleidingen met minimaal tien instromers in 2022/23, zijn er 46 opleidingen waarvan 80% of meer van de instroom bestaat uit mannen. Van 24 van de 46 opleidingen is zelfs 90% of meer van de instromers man; waarvan voor 6 opleidingen geldt dat er uitsluitend mannen zijn ingestroomd in 2022/23 (100%).

De tien grootste opleidingen qua absolute aantallen waar mannen sterk in de meerderheid zijn bij de instroom (80% of meer), zijn b hbo-ICT (3.811 instromers, waarvan 89% man), b technische bedrijfskunde (1.131, wv. 90% man), b werktuigbouwkunde (1.069, wv. 94% man), b informatica (962, wv. 88% man), b elektrotechniek (555, wv. 93% man), b automotive (441 wv. 96% man), b engineering (433, wv. 89% man), b mechatronica (366, wv. 93% man), b civiele techniek (336, wv. 87% man) en b aviation (326, wv. 82% man). De grootste opleiding met 100% mannen in de instroom is de ad technische bedrijfskunde (80 instromers). 

De afgelopen tien jaar is de vertegenwoordiging van vrouwen in een aantal opleidingen opvallend toegenomen. Voorbeelden hiervan zijn b milieukunde (van 29% naar 64%, een toename van 35 procentpunt), b communication and multimedia design (van 31% naar 58%; +27 procentpunt), b chemie (van 28% naar 46%; +18 procentpunt) en b bouwkunde (van 16% naar 33%, +17 procentpunt).

De meest opvallende ontwikkelingen bij opleidingen met sterke oververtegenwoordiging van mannen, zijn zichtbaar bij: b mechatronica (vertegenwoordiging vrouwen bij instroom van 1% naar 7%), b technische informatica (van 2% naar 9% v), b aviation (van 6% naar 18% v) en b informatica (van 5% naar 12% v). De opleidingen die pas na 2012/13 gestart zijn (en de opleidingen met minder dan tien studenten) zijn hier niet in meegenomen.

Lees meer

Aantal m/v bètatechnische instroom hbo naar opleiding | Mannen en vrouwen hebben verschillende voorkeuren voor bètatechnische studies. Hoewel de absolute aantallen mannen die kiezen voor bètatechnische opleidingen hoger liggen, zie je bij deze groep ook meer spreiding over verschillende opleidingen (hbo-ict uitgezonderd, die een erg hoge instroom van mannen kent). Vrouwen hebben een meer specifieke voorkeur voor bepaalde bètatechnische opleidingen, en verspreiden zich minder over verschillende opleidingen.

Als vrouwen kiezen voor een bètatechnische hbo-opleiding, kiezen zij in 2022/23 het vaakst voor b biologie en medisch laboratoriumonderzoek (916), b communication and multimedia design (702), b bouwkunde (470), b hbo-ict (418) en b fashion & textile technologies (352).

Als mannen kiezen voor een bètatechnische hbo-opleiding, kiezen zij vaak voor b hbo-ict (3.393), b technische bedrijfskunde (1.014), b werktuigbouwkunde (1.003), b bouwkunde (939) en b informatica (843).

Lees meer

Ratio m/v bètatechnische instroom wo naar opleiding | Op het wo zijn er, net als op het hbo, grote verschillen tussen bètatechnische opleidingen in de hoeveelheid mannen en vrouwen die instromen. Dat levert grote variatie op in de ratio mannen en vrouwen per opleiding.

Als we opleidingen met instroom van minimaal tien studenten in 2022/23 bekijken, zijn er 11 opleidingen waarin vrouwen 80% of meer van de instroom uit maken. Dit betreft de opleidingen m forensic science (92% v), m conservering en restauratie van cultureel erfgoed (92% v), m design for interaction (90% v), b zorg, gezondheid & samenleving (89% v), m life science and technology (85% v), m nutrition and health (84% v), b gezondheid en leven (84% v), b psychobiologie (83% v), m food safety (81% v), m brain and cognitive sciences (research) (81% v), m marine biology (80% v).

Er zijn 26 bètatechnische wo-opleidingen waar juist mannen flink in de meerderheid zijn (80% of meer bij de instroom in 2022/23). In absolute aantallen zijn daarvan de tien grootste opleidingen b werktuigbouwkunde (982, wv. 88% m), b technische informatica (734, wv. 82% m), b electrical engineering (573, wv. 89% m), b informatica (495, wv. 84% m), b technische natuurkunde (460, wv. 80% m), b luchtvaart- en ruimtevaarttechniek (441, wv. 81% m), b mechanical engineering (303, wv. 88% m), b technical computer science (238, wv. 85% m), b computing science (182, wv. 82% m) and m aerospace engineering (140, wv. 85% m).

Veel wo-opleidingen kennen grote stijgingen in de vertegenwoordiging van vrouwen. We lichten een aantal voorbeelden uit van grotere opleidingen (totaal >40 instromers in 2022/23) waarin het aandeel vrouwen dat zich inschrijft in tien jaar tijd flink is toegenomen: b data science and artificial intelligence (toegenomen van 7% naar 27% v), b natuurkunde (8% naar 26% v), b scheikundige technologie (12% naar 36% v), b business information technology (9% naar 25% v), b technische informatica (6% naar 18% v), m sustainable energy technology (13% naar 29% v), b spatial planning and design (14% naar 30% v), b electrical engineering (5% naar 11%), b future planet studies (30% naar 56% v), b werktuigbouwkunde (7% naar 12% v), b informatica (9% naar 16% v), b luchtvaart- en ruimtevaarttechniek (10% naar 19% v), b creative technology (26% naar 47% v) en b biotechnologie (30% naar 48% v). Eveneens het vernoemen waard is de b bouwkunde waar het aandeel vrouwen in 2012/13 40% was, en in 2022/23 55% is. De opleidingen die pas na het jaar 2012/13 gestart zijn, zijn logischerwijze niet meegenomen.

Lees meer

Aantal m/v bètatechnische instroom wo naar opleiding | Ook op het wo is te zien dat vrouwen andere keuzes maken als het gaat om bètatechnische opleidingen dan mannen. Wat daarbij opvalt, is dat mannen zich meer verdelen/spreiden over verschillende opleidingen, en vrouwen vaker kiezen voor bepaalde bètatechische studies. Dit patroon zien we ook terug op het mbo en hbo.

Als vrouwen kiezen voor een bètatechnische wo-opleiding, kiezen zij in 2022/23 vaak voor b liberal arts and sciences (1.158), b biomedische wetenschappen (598), b biologie (473), b bouwkunde (358) en b farmacie (308).

Als mannen kiezen voor een bètatechnische wo-opleiding, kiezen zij in 2022/23 het vaakst voor b werktuigbouwkunde (861), b technische informatica (603), b electrical engineering (510), b econometrie en operationele research (458) en b liberal arts and sciences (424).

Lees meer

Meer Monitor Techniekpact onderdelen

vmbo profielkeuze en doorstroom naar mbo
havo/vwo profielkeuze en doorstroom naar ho
mbo instroom en gediplomeerden
ho instroom en gediplomeerden
arbeidsvraag en -tekorten
kenmerken technische arbeidsmarkt
Publicaties