Studenten VO-HO netwerk Oost

9 maart 2021

Leerlingen en studenten passende keuzes laten maken

Van 2018 tot en met 2021 ontvangen hogescholen en universiteiten extra middelen van het ministerie van OCW om de regionale samenwerking met het vo en het mbo te versterken. Ook in regio Oost zijn deze middelen ingezet om de aansluiting tussen vo/mbo en ho te verbeteren. Hanadie Leusink van de Universiteit Twente en Anneke Postma van Hogeschool Windesheim lichten toe wat de extra middelen tot nu toe hebben opgeleverd binnen het VO-HO netwerk Oost.

“In het netwerk Oost werken we samen met Hogeschool Windesheim en Saxion”, vertelt Hanadie Leusink. “Ons netwerk richt zich op docentprofessionalisering én op de aansluiting van leerlingen. Wat uniek is aan onze aanpak is dat we groots investeren in de inzet van studenten. De Universiteit Twente (UT), Saxion en Windesheim zetten alle drie studenten in, en niet alleen voor voorlichting. Ook voor inhoudelijke activiteiten en masterclasses maken we op de UT bijvoorbeeld gebruik van studenten. Dat is waardevol voor vo-leerlingen, maar studenten leren daar ook van.”

Platform
Anneke Postma van Hogeschool Windesheim: “We willen van elkaar leren en dat komt de aansluiting van het voortgezet onderwijs op het hoger onderwijs ten goede. De prettige samenwerking tussen Hogeschool Windesheim en Saxion en de UT leidt concreet tot een gezamenlijk platform voor ‘studiekiezer’ en docent.” Hanadie Leusink vult aan: “We hebben nu al een website, maar die is wat statisch. We willen een platform met meer interactie voor studenten en docenten. Zodat een zoekopdracht op het onderwerp nanotechnologie bijvoorbeeld drie activiteiten oplevert, bij zowel de UT als Windesheim als Saxion. Althans dat is het plan, zover zijn we nog niet.”

Verdiepingsslag
De basis van de regionale samenwerking stond al voordat de Haagse ondersteuning kwam. Met de extra middelen heeft het netwerk vooral een verdiepingsslag gemaakt vertelt Hanadie Leusink. “Binnen de UT hadden we al het programma Pre-U. Dit biedt vo-leerlingen de kans om talenten en interesses te ontdekken en zo een beargumenteerde profiel- en studiekeuze te maken. Binnen Pre-U werken we samen met 27 partnerscholen, met vaste contactpersonen over en weer. Vo-scholen hebben onderling ook veel contact en ze denken mee met het programma. Leerlingen die een dergelijk programma volgen oriënteren zich beter op hun toekomst, blijkt uit onderzoek. Als ze dan erachter komen dat een mogelijke studie niet bij hen past, is dat ook winst.”

Verrassende resultaten
Ook voor de aansluiting tussen mbo en hbo is extra aandacht binnen het netwerk. Anneke Postma: “Samen met de ROC’s ontwikkelden we het keuzedeel ‘Voorbereiding hbo’. We werken ook naar een meer programmatische aanpak van de keuzedelen, waarbinnen alle losse projecten een plek krijgen.” Eén van de projecten is ‘Dreamworks’ waarin mbo’ers en hbo’ers samenwerken. “De hbo-docenten hadden tijdens het project niet meteen in de gaten wie de mbo- en wie de hbo-studenten waren.” Soms zijn die verschillen wel duidelijk, maar altijd zorgt de samenwerking voor leermomenten voor beiden. “Dat zagen we bijvoorbeeld toen plaatmateriaal van een bepaalde dikte nodig was. De hbo’ers met een havo-achtergrond begonnen direct met rekenen. De mbo-studenten bepaalden de plaatdikte op het oog.” Een van de concrete UT-projecten is Skills Lab. Hanadie Leusink: “Dat is een online platform voor leerlingen die zich voorbereiden op het hoger onderwijs. Dat we hebben ingericht door (oud-)studenten te vragen: wat had je willen kennen of kunnen voordat je ging studeren? Alle kennis delen we in het netwerk en ook met de andere VO-HO-netwerken. Op directieniveau was er al overleg. Nu is dat er ook op operationeel niveau. Regionale projectleiders weten elkaar beter te vinden, daardoor ontstaan nieuwe initiatieven.”

Over de VO-HO netwerken

Hoe zorgen we voor een optimale aansluiting tussen middelbare scholen en het hoger onderwijs? Hoe geven we een doorlopende vakvernieuwing vorm? En hoe dragen we bij aan de professionalisering van docenten?

Dit zijn vragen waar de regionale VO-HO netwerken zich voor inzetten, door samenwerking tussen het voortgezet onderwijs, hoger onderwijs en het bedrijfsleven te stimuleren.

Via regionale activiteiten voor havo en vwo leerlingen en voor docenten, schoolleiders en technische onderwijsassistenten, werken we samen aan kwalitatief goed onderwijs in de hele onderwijsketen.

Kwantificeren
Het is niet eenvoudig om te kwantificeren tot welk resultaat de extra middelen precies hebben geleid, vertelt Hanadie Leusink desgevraagd. “We stellen jaarlijks in het eerste studiejaar een studiesuccesrapport op met data over profielkeuzes, examenresultaten en studiesucces. Daarover gaan we in gesprek met scholen en onze eigen opleidingen. In dat soort gesprekken horen we terug dat studenten een beter beeld krijgen van opleidingen. Maar het echt hard maken met cijfers is heel lastig. De onderwijsketen is lang, met veel factoren die van invloed zijn op beslissingen. We moeten het vooral doen met (positieve) evaluaties. Het gaat ons er ook niet om − in ons geval − zoveel mogelijk leerlingen naar de UT te krijgen. We werken gezamenlijk aan één doel: het aanbod aan hoger onderwijs beter matchen op de vraag van de vo-leerling en de mbo-student.”

Keuzes
Van mogelijke concurrentie tussen de onderwijsinstellingen is geen sprake volgens Leusink. “Het gaat erom dat de leerling in staat is om een passende studie te kiezen. Als dat een opleiding is die wij niet aanbieden maar als dit wél betekent dat iemand vervolgens niet uitvalt, is dat prima. Als een school vraagt naar iets wat wij niet bieden, wil ik ze wel verder helpen en zoek ik iets of iemand die het antwoord wel heeft. Leerlingen moeten weten wat er te kiezen valt en wat de verschillen zijn. Met die aanpak bereik je op lange termijn het beste resultaat. Wij hadden als UT bijvoorbeeld de naam dat we een (pure) bèta-instelling zijn, maar we bieden ook veel gamma-opleidingen. Doordat we dat nu meer benadrukken, trekken we ook daarvoor meer leerlingen.”

Over Hanadie Leusink

Hanadie Leusink is projectmanager Pre-U, het Pre-University programma van de Universiteit Twente. Ze is onder meer verantwoordelijk voor de diverse projecten van Pre-U en haar partnerscholen. Ook is ze betrokken bij het programma rondom docentprofessionalisering: Pro-U. Voor meer informatie over Pre-U, Pro-U of over het VO-HO-netwerk Oost kun je naar de website of mailen naar: h.leusink@utwente.nl.

Over Anneke Postma

Anneke Postma is coördinator Instroom en Aansluiting bij Hogeschool Windesheim. Zij is projectleider van een aantal projecten die de aansluiting van het mbo en het vo op het hbo verbeteren, zodat studenten niet uitvallen in het eerste jaar. Voor meer informatie over deze projecten of over het VO-HO-netwerk Oost kun je naar de website of mailen naar: ai.postma@windesheim.nl.