15 juni 2021

Techniekonderwijs: modulair, flexibel, maatwerk

Flexibele, doorlopende en aansluitende leerroutes ontwikkelen van praktijkonderwijs tot en met mbo. Die tevens modulair, contextrijk en binnen de kaders van de diverse wetgevingen passen. Een droom of toch werkelijkheid? Het kan en het Consortium Beroepsonderwijs nam hiervoor het initiatief. Zo’n 50 praktijk-, 30 vmbo-scholen en 10 ROC’s reageerden enthousiast en een onderwijscarrousel en -model werden ontwikkeld. De samenwerking meer te formaliseren in een platform PrO is nu nog een kwestie van tijd.

“Het idee is ontwikkeld vanuit een enthousiaste groep docenten vanuit het praktijkonderwijs”, zegt landelijk coördinator Tom Wehrens van het Consortium Beroepsonderwijs. “De behoefte was er om de complexiteit bij techniek in lessen en niveau’s in kleinere eenheden te ‘hakken’ om leerlingen makkelijker en begrijpelijker hun technische vaardigheden te laten ontwikkelen”. Dit leidde ertoe dat het Consortium Beroepsonderwijs met een aantal experts uit praktijkonderwijs, vmbo, mbo en bedrijfsleven een onderwijsmodel ontwikkelde dat meer maatwerk en tegelijk flexibiliteit biedt voor het beroepsonderwijs.

Complexiteitniveau’s
Het model kijkt naar de specifieke vereisten in de regio, matcht die met eisen in de kwalificatiedossiers en legt deelstappen op weg naar dit einddoel vast. Alles binnen de diverse wettelijke kaders die ervoor gelden. “Leerlingen die vanuit het praktijkonderwijs naar vmbo en mbo doorstromen hebben veel verschillende basisniveaus. Het einddoel is in principe gelijk, de regionale vertaling van eisen uit het kwalificatiedossier. Het idee is dat docenten, praktijk- en vmbo-leerlingen op één van vijf complexiteitsniveaus indelen en hen van daaruit individueel begeleiden naar het einddoel”, aldus Tom Wehrens.   

Als projectleider Sterk Techniekonderwijs bij praktijkschool CVO Accent in Capelle aan den IJssel is Fatma Afiyon hartstikke blij met dit model dat ze goed kan toepassen in haar praktijkschool. “Binnen het praktijkonderwijs bestaan geen wettelijke kaders rondom het curriculum. Dit model biedt handvatten om structuur aan te brengen in het curriculum. Daarnaast hebben we met de veranderende arbeidsmarkt onze curricula eens onder de loep genomen. Hierdoor kwamen we erachter dat de arbeidsprocessen en technische vaardigheden bij bedrijven net iets anders waren dan wat wij leerlingen leerden.”

Aansluiten
Fatma Afiyon vindt dat ze als praktijkschool leerlingen een toekomstbestendige arbeidsperspectief willen bieden. Daarvoor is wel nodig dat de school zich flexibeler moet kunnen opstellen. “Daarom hebben we in onze omgeving bij vmbo-scholen en leerwerkbedrijven zoals IW Nederland en Rijnmond Bouw gekeken welke werkzaamheden leerlingen moesten uitvoeren en wat de behoeften waren om daarna onze curricula up-to-date aan te passen. Bij Mobiliteit hebben we dat al gedaan en binnen PIE gaan we installatietechniek, metselen en steigerbouw aanbieden in de uitstroom omdat de komende jaren vraag naar arbeidskrachten zijn binnen deze sectoren toeneemt. Zo sluiten we beter aan bij wat bedrijven nodig hebben. Het modulaire onderwijsmodel en leerroutes van het Consortium Beroepsonderwijs helpen ons daar enorm bij.”

Maatwerk is namelijk wat er gebeurt bij het modulair maken van leerroutes. “Dit maatwerk hebben leerlingen absoluut nodig voor de diverse uitstroomrichtingen. Van begin tot eind weten we nu precies waar een techniekleerling in zijn leerproces en niveau staat en kunnen we dat bijhouden. Dat heeft een leerling nodig heeft en kunnen we als school de ontwikkeling meer stimuleren”, aldus Fatma Afiyon.  

Cyclisch
In zes regio’s zijn scholen inmiddels met het model van het Consortium Beroepsonderwijs aan de slag. Het model kent drie fasen. Tom Wehrens: “Het begint met samenwerking tussen experts van praktijkonderwijs, (v)mbo en bedrijfsleven. Samen arrangeren en onderwijsmodules ontwikkelen die passen binnen de opleiding en aansluiten bij de regionale arbeidsmarktbehoefte. De derde en laatste fase bestaat uit testen, evalueren en bijstellen. En wij verzorgen hierbij de ondersteuning.”

Eigenlijk is dit een continu cyclisch proces van ontwikkelen, testen en aanpassen. Het gaat erom dat leerlingen een beroep leren uitvoeren in een beroepscontext. Die context is belangrijk; theorie zonder context blijft ook veel minder goed hangen. “De bedoeling is dat iedereen meer plezier krijgt in het leren en dat docenten kijken naar waar de talenten van leerlingen liggen en daar op verder ontwikkelen. Dan gaan leerlingen snappen waarom ze dingen doen die ze moeten doen. Zien ze wat het einddoel of -product is waarvoor ze leren of aan meewerken.”

Contextrijk
Bij het Udens College passen ze dit model in het vmbo al toe, inclusief een contextrijke leeromgeving met medewerking van het regionaal bedrijfsleven. Docent Dirk de Haan hierover: “We hebben onze Technoskills leskaarten anders geschakeld en die bieden we volgens de methode van de onderwijscarrousel binnen PIE aan. Zo werken bijvoorbeeld 45 derdejaars en 53 vierdejaars leerlingen nu aan een project ‘Solar Lamphouder’ op zonne-energie. Dit gebeurt samen met en bij Van Doornen Engineers in Boekel. In groepjes van 8 gaan leerlingen naar het instructielokaal bij Van Doornen Engineers of nu vanwege Covid-19 krijgen ze op school van hen demonstraties en uitleg over de werking van zonnepanelen. Leerlingen reageren enthousiast omdat het voor hen zo overzichtelijk, tastbaar en concreet wordt.”

Het resultaat is dat de doorlopende leerroute binnen techniek meer zichtbaar aan het worden is. Techniekonderwijs dat flexibel, modulair en up-to-date is en aansluit bij wat bedrijven en jongeren in opleiding nu nodig hebben.

2021.15.06 002 - Techniekonderwijs: modulair, flexibel, maatwerk
Solar Lamphouder

Bijlages en downloads

Download
Onderwijscarrousel en -model