Instroom
Om aan de groeiende behoefte naar technisch geschoold personeel te kunnen voldoen zal de keuze voor een technische opleiding vaker moeten worden gemaakt.
Huubs Hubbeling, programmamanager Sterk Techniekonderwijs Assen en regio - ©TP
'Het stimuleren van belangstelling voor techniekonderwijs kan alleen samen met het bedrijfsleven, dat zijn de experts. Anders wordt het een onderwijsfeestje.' Huubs Hubbeling zegt het stellig tegen haar gehoor van docenten, ondernemers en collega-programmamanagers in een sessie tijdens de Jaarconferentie op 20 november 2023 in het provinciegebouw van Drenthe.
Haar andere "partners" zijn de provincie, de gemeentes, het primair, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs. Zonder hen lukt het ook niet. ‘Dankzij de verlenging van de regeling Sterk Techniekonderwijs (STO) kunnen we alle initiatieven die we op poten hebben gezet, borgen én uitbouwen.' Bovenregionale samenwerking in Drenthe bestond al eerder onder de titel DOEI, Drenthe Onderwijs En Innovatie, maar er waren nog geen concrete plannen. Samen met DOEI is besloten de structuur van de organisatie te behouden, maar in te laten vullen door STO. Het resultaat is een samenwerkingsverband van vijf regio’s: Assen, Emmen, Hoogeveen, Coevorden en Meppel/Steenwijk.
Samen optrekken
'Zo zijn we met DOEI in gesprek gegaan met de provincie. Al snel bleek vervoer binnen de verschillende STO-programma’s een heikel punt. Daar hadden we in onze plannen bij aanvang in 2019 te weinig rekening mee gehouden. Niet alle activiteiten kunnen op fietsafstand worden georganiseerd door ouders.
De provincie heeft ons vervolgens een subsidie gegeven van € 50.000,- (€ 10.000,- per regio). We gaan nu opnieuw met de provincie in gesprek over het vervoer van leerlingen voor de komende jaren. Zouden ze bereid zijn ook de komende vijf jaar vervoer te financieren? In een inventarisatierondes bij de scholen zagen we grote belangstelling voor onze STO-activiteiten, maar alleen als vervoer geregeld zou worden.' Het is voor scholen in Assen heel eenvouding. Als een school zich inschrijft voor één van de projecten, kruisen ze het vakje "bus" aan, en dan is alles rond. Vervoer blijkt niet alleen in Drenthe een probleem. Een collega-programmamanager STO uit Haaglanden vertelt hoe ze - met subsidiegeld - elektrische busjes hebben aangeschaft die bestuurd worden door leerlingen uit de vervoerssector. Kleine busjes weliswaar, maar dan rijden ze gewoon negen keer heen en weer. In Apeldoorn wordt samengewerkt met een busbedrijf dat de cofinanciering doet en de chauffeurs levert.
'STO in Drenthe valt of staat met het regelen van vervoer'
Nieuwe ideeën
De samenwerking tussen de regio’s bevat meer dan het oplossen van een probleem dat in de beginfase niet was voorzien. Vijf keer per jaar komen de regio’s bij elkaar. Bij toerbeurt organiseren ze de bijeenkomst en zorgen voor de notulen. 'Er staan altijd meerdere thema’s op de agenda, zodat we echt de diepte in kunnen. Dat zijn waardevolle bijeenkomsten. We halen én brengen. Ik kom altijd met een nieuw idee terug. Zoals die keer dat de vertegenwoordiger van Meppel/Steenwijk vertelde over hun event Techniek Tastbaar. Samen met drie collega’s ben ik gaan kijken. Inmiddels is in Assen zo’n event drie keer neergezet en in Hoogeveen al twee keer. Regio’s bieden ook gezamenlijk activiteiten aan. Meppel heeft een keuzevak Maritiem ontwikkeld waar leerlingen uit alle regio’s aan kunnen meedoen. Ze gaan twee weken werken/leren op een schip. STO-regio’s Assen, Hoogeveen en Meppel/Steenwijk willen een keuzevak luchtvaart opzetten, samen met de luchthavens Eelde en Hoogeveen. Docenten uit de verschillende regio’s hebben gezamenlijke workshops ontwikkeld om hun expertise te delen, samen met het bedrijfsleven in Coevorden. In Assen is een ouderavond georganiseerd met informatie over techniekonderwijs, ondersteund door partners uit het bedrijfsleven. Dat zijn inspirerende ontwikkelingen.' De contacten met de brancheorganisaties zijn hecht en de lijnen kort. Zo ontwikkelde BAM een speciaal lesprogramma voor het techlab in Eelde.
Lastig
Maar niet alles is rozengeur en maneschijn, erkent Huubs Hubbeling. Ze noemt een aantal hete hangijzers. Tijd. Als ze naar Coevorden gaat voor een gezamenlijk overleg, is ze een halve dag kwijt. En dat geldt andersom ook voor haar collega’s. Die tijd moet iedereen vrijmaken in een drukke agenda. Betrokkenheid. Niet iedereen lukt het om samenwerking bovenaan de prioriteitenlijst te zetten. Kartrekkers. De ene is daar beter in dan de andere. En dan commitment. Huubs Hubbeling merkt dat in de ene regio meer commitment is bij de achterban, dan bij de andere. Ze noemt weer het keuzevak Maritiem. Sommige scholen struikelen over de vorm van het vak, dat dat in een periode van twee weken wordt afgerond. Dat leerlingen niet twee weken school kunnen missen. De wil om flexibel te zijn, lijkt te ontbreken.
Waarom ze ondanks tegenslagen nog steeds dit werk doet? Omdat ze iemand is voor wie het glas altijd halfvol is. 'Ik vind het gewoon geweldig om te doen. Als ik die kinderen in het techlab zie binnenkomen, al die blije koppies, dan denk ik: geweldig! Daar word ik blij van. Het lukt me ook om goed te kijken naar wat we wel voor elkaar krijgen. Dat is de kunst. In de regio hebben we na een lang traject een unieke samenwerking opgezet tussen vo-scholen onderling, het basisonderwijs, het mbo en het bedrijfsleven. Alleen samen kunnen we het techniekonderwijs in de regio behouden.'
STO staat voor Sterk Techniekonderwijs en heeft als doel leerlingen in het primair onderwijs, het vmbo en het mbo te enthousiasmeren voor techniek, voor een opleiding en een carrière in de techniek. Alles om de krapte in de sector het hoofd te bieden. Huubs Hubbeling heeft als programmamanager Assen en de regio onder haar hoede. Totaal telt Drenthe vijf STO’s: Assen, Meppel/Steenwijk, Hoogeveen, Emmen en Coevorden. Sterk Techniekonderwijs startte vijf jaar geleden en onlangs stemde het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in met een verlenging.