Peter Schalkx en Yolanda van Zuilekom (SZW) bij het Techniek Innovatie Huis - © TP

26 april 2023

Inclusiviteit is de oplossing voor arbeidstekorten

De helft van de jongeren in grote steden heeft een migratieachtergrond. Die groep wordt alleen maar groter. Dat arbeidspotentieel ligt voor het oprapen, ook voor de technische sector. Een inclusieve arbeidsmarkt realiseren is complex, maar haalbaar zeggen Peter Franx en Yolanda van Zuilekom, werkzaam voor het programma VIA - Voor een Inclusieve Arbeidsmarkt, van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).

Het programma VIA is het vervolg op Verdere Integratie op de Arbeidsmarkt van SZW. Dankzij het "oude" programma zijn effectieve methodes ontwikkeld die nu binnen de nieuwe werkagenda worden ingezet. Alles in samenwerking met de diverse achterbannen, brancheorganisaties, Nederlanders met een migratieachtergrond en jongeren. VIA zet in op studiekeuze voor jongeren met een migratieachtergrond, omdat uit onderzoek blijkt dat er grote verschillen zijn tussen mbo-studenten mét en zónder migratieachtergrond. Onder andere door (stage)discriminatie en studiekeuze. Deze jongeren kiezen relatief vaker voor richtingen met minder perspectief op de arbeidsmarkt. Doel is om alle jongeren in staat te stellen bewuster en duurzamer voor een studie te kiezen. Iets dat past bij hun eigen wensen en talenten en hun kansen op de arbeidsmarkt vergroot.

Yolanda van Zuilekom en Peter Franx keken ook mee naar de uitkomst van een onderzoek dat Jet-Net heeft laten uitvoeren. Ruim duizend jongeren van twaalf tot en met zeventien jaar werden het afgelopen jaar ondervraagd over hun profielkeuze, bètatechniek op school en welke invloeden meespelen bij hun keuzes. 'Het is goed om te zien dat ook jongeren met een migratieachtergrond interesse hebben in techniek', zegt Peter Franx. Toch kiezen jongeren met een migratieachtergrond minder vaak voor een technisch profiel. Yolanda van Zuilekom vult aan: 'Ze nemen ook minder vaak deel aan schoolbezoeken aan technische bedrijven'. Op één of andere manier hebben ze het gevoel dat techniek "niet voor hun" is. Peter Franx verwijst naar een eerder onderzoek door Young Works, anderhalf jaar geleden. 'Daarin werd gekeken naar jongeren met een migratieachtergrond die juist wel voor techniek kozen. Dat waren er maar enkelen. Zelfs jongeren die zeiden dat ze techniek leuk vonden, kozen er niet voor. Techniek en een technisch profiel lijken geen onderdeel te zijn van hun possible self. We zien ook dat jongeren met ouders in de techniek wel eerder voor techniek kiezen'. Hij is ook positief. 'In verhouding tot vergelijkbaar onderzoek uit 2009 zien we meer jongeren met een migratieachtergrond instromen in mbo 3 en 4, het hbo en havo en vwo. Het gaat steeds een beetje beter'. Er komt meer ruimte in het possible self.

Possible self
Ouders spelen een belangrijke rol bij de keuze van hun kinderen, helemaal bij kinderen met een migratieachtergrond, blijkt uit het onderzoek. Yolanda van Zuilekom ziet in de praktijk dat ook ouders met een migratieachtergrond hun kinderen zelf laten kiezen, maar dat ze vaker moeite hebben met het begeleiden van hun kinderen in het keuzeproces. Het lastige blijft toch dat possible self, het diepgewortelde gevoel over waar je mogelijkheden liggen. Zoals er nog steeds ideeën zijn over mannen- en vrouwenbanen. Peter Franx: 'Die onbewuste vooroordelen veranderen, dat is taai en complex. Maar het is mogelijk. We zagen in het onderzoek van Young Works uit 2001 hoe jongeren tegen alle verwachtingen in toch kozen voor techniek. Die passievolle voorhoede laat die beweging zien. Nu nog de grote massa meekrijgen. En nee, nogmaals, dat is niet gemakkelijk, dat kost tijd, geld en inspanning van veel partijen, het is een uitdaging, maar het kán'. Die onbewuste vooroordelen leven niet alleen bij de jongeren zelf, maar ook bij werkgevers die – veelal onbewust – toch geen gelijke kansen bieden aan deze jongeren, of leraren die onder-adviseren. Peter Franx: 'Ook dit is lastig, maar ook weer minder lastig dan we in eerste instantie dachten. Iets meer empathie voor elkaar, elkaar zien voor wie hij of zij is, kan al een doorbraak bewerkstellingen. Taalgebruik is belangrijk'. Yolanda van Zuilekom: 'Niemand wil beschuldigd worden van discriminatie. Als we met statistieken laten zien dat jongeren mét en zónder migratieachtergrond zichtbaar verschillend worden behandeld, wil iedereen meewerken om dat te veranderen'. Verder is het belangrijk dat jongeren op een praktische manier kennismaken met techniek.

Professionaliseren
Vanuit het VIA-programma is subsidie verstrekt aan het Expertisecentrum LOB. In twee professionele leergemeenschappen in het voortgezet onderwijs en in internationale schakelklassen wordt werkend uitgepuzzeld hoe effectief gewerkt kan worden aan het verrijken van het possible self: het vergroten van de self efficacy (het vertrouwen in jezelf om iets te kunnen) en om te gaan met verwachtingspatronen (verwachtingen die een leerling van zichzelf heeft en verwachtingen van de ouders en de docent). Door bewustwording van vooroordelen. Door jongeren met een migratieachtergrond nét dat duwtje in de rug te kunnen geven zodat ze wel durven kiezen voor een richting als techniek. Dat ze wel de competenties hebben om dat aan te kunnen, zelfs al is het moeilijk. Hoe doe je dat dan? Door te experimenteren met manieren om deze jongeren wel mee te krijgen met dat bezoek aan een technisch bedrijf. Helpt het als je dat bezoek goed voorbereidt met de leerlingen en de begeleider bij het bedrijf? En wat is het effect als je op school weer op dat bezoek reflecteert? Met meer kennis van de arbeidsmarkt kunnen leraren jongeren meer zicht bieden op wat er na school mogelijk is. Het Expertisepunt werkt al aan het professionaliseren van docenten op dit gebied. Daarnaast zou ook samenwerking gezocht kunnen worden met bijvoorbeeld Leer-Werk-loketten. Hoe combineer je issues waar jongeren zich mee bezighouden op een praktische manier met techniek en breng je techniek "dichter bij huis"?

Jongerenpanel
In het eerste VIA-programma werd een jongerenpanel betrokken bij het onderzoek, wat zou kunnen bijdragen aan verdere integratie op de arbeidsmarkt. Nu is er opnieuw een jongerenpanel aangesteld dat actief zal bijdragen aan het maken van beleid ten aanzien van studiekeuze en stagediscriminatie. Het gaat om jongeren tussen de veertien en zevenentwintig jaar. Ze worden begeleid door Stichting Alexander uit Amsterdam. Samen hebben ze een onderzoek samengesteld, de problematiek vastgesteld en jongeren geïnterviewd. En nu leggen ze de laatste hand aan het samenstellen van de conclusies en aanbevelingen. 'We krijgen zo een dieper inzicht, voorkomen dat onze eigen aannames een grote rol spelen en dat we te veel kijken vanuit en systeem in plaats van naar de jongeren'. Het betrekken van de doelgroep vinden ze bij VIA belangrijk. Daarom zal het Jongerenpanel de komende drie jaar kritisch meedenken bij het vormen van beleid op studiekeuze en stagediscriminatie.

Maatwerk
Vanuit werkgevers is steeds meer belangstelling voor diversiteit en een inclusieve organisatie. Maar ze hebben geen idee hoe ze dat moeten aanpakken. Peter Franx: 'Wij helpen werkgevers bij werving & selectie, maar ook bij behoud & doorstroom om vooroordelen te onderkennen en uit te filteren. Dat gaat al heel goed bij grote bedrijven als Ahold, NS en Ikea. Het enthousiasme bij werkgevers is groot. Maar het werk is nog lang niet af. Technische bedrijven zijn nog ondervertegenwoordigd. Net als bij het MKB, zo’n vierhonderdduizend bedrijven met 5 tot 250 fte. Die proberen we te interesseren voor onze toolkit om te werken aan een inclusiever en diverser bedrijf'. Koepelorganisaties als VNO-NCW, ABU en MBU, de koepels van uitzendbureaus, spelen hierbij een actieve rol.