23 december 2021

Hoe samenwerking tot nieuwe energie in de arbeidsmarkt leidt

Van bodemspecialist in Syrië, naar energie-professional in Nederland. Koutaiba Alabdalla maakt carrière dankzij het Sustainable Electrical Energy Centre of Expertise (SEECE), de publiek-private samenwerking tussen energie-gerelateerde bedrijven en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). En hij is niet de enige.

Om de doelen uit het Klimaatakkoord te halen, zijn meer goed opgeleide professionals nodig; mensen die een steentje kunnen bijdragen aan de transitie naar een duurzame energievoorziening. Maar er studeren te weinig professionals af aan reguliere opleidingen om aan de vraag op de arbeidsmarkt te voldoen. En dat blijft nog even zo, blijkt uit een studie die de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) liet uitvoeren.

Creatieve oplossingen
Gelukkig zijn bedrijven niet alleen afhankelijk van jonge nieuwkomers op de arbeidsmarkt. Steeds vaker slaan hogescholen, bedrijven en overheden de handen ineen om meer ervaren professionals de energiesector in te loodsen. Bijvoorbeeld door leerwerktrajecten en traineeships toegankelijk te maken voor statushouders, zodat ze kennis kunnen vergaren en direct waarde toevoegen in de energiesector. Een voorbeeld daarvan is het carrièrepad van Koutaiba Alabdalla. Voor hem was het in eerste instantie niet gemakkelijk om aan het werk te komen. Hij volgde een onderwijstraject voor statushouders op de HAN, waarna hij wilde starten met een associate degree-opleiding in combinatie met een baan.  

Een baan én een opleiding
Alabdalla werd in contact gebracht een van de partners: Talent voor Transitie. Dit bedrijf detacheert gedreven professionals in de energiesector én zorgt dat die zich kunnen ontwikkelen. Niet veel later had Alabdalla een tweejarig contract en kon hij de deeltijdopleiding Elektrotechniek volgen op de HAN.

Zij-instromers als Alabdalla zorgen voor een unieke mix aan kennis en kunde. In Syrië studeerde hij landbouwkunde aan de universiteit en werkte hij als bodemspecialist. ‘In combinatie met mijn achtergrond kan ik bijzondere resultaten leveren. Ik kan iets nieuws leren én een verbinding maken tussen milieu, bodem, landbouw en de energie in ons leven.’ Er is bijvoorbeeld een link tussen het gebruik van biomassa en zijn landbouwkundige kennis.

Aan de slag bij CertiQ
Arbeidskrachten als Koutaiba komen als geroepen bij bedrijven die actief zijn in de energietransitie. Bijvoorbeeld bij CertiQ, een dochter van hoogspanningsnetbeheerder TenneT. ‘We hebben van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat de taak gekregen om energie te certificeren’, legt Ilona Bruens (Head of CertiQ) uit. CertiQ certificeert elektriciteit – zowel groen als grijs – en hernieuwbare warmte, zodat de consument precies weet welke energiesoort hij afneemt.

Een extra uitdaging is de tijdelijkheid van de werkzaamheden. ‘Een keer per jaar hebben wij een piek in onze werkzaamheden’, aldus Bruens. ‘Dan leveren bepaalde producenten jaarrapporten aan; die moeten wij binnen acht weken beoordelen. Dit jaar moesten we daar zes extra mensen voor aannemen.’ Een van die mensen was Alabdalla, die door zijn werkgever Talent voor Transitie vijf maanden gedetacheerd werd. Bruens was onder de indruk van zijn CV.

Meter maken in de energietransitie
Het werk bij CertiQ is niet voor iedereen weggelegd. ‘Het is heel inhoudelijk. Je krijgt een meetrapport, verslagen van de accountant en je moet beoordelen of het allemaal klopt. Is de gerapporteerde energie inderdaad duurzaam? Dus je moet wat weten van de sector. Met name het biomassa-gedeelte is complex. Je weet niet zomaar wat de samenstelling van de input is’, aldus Bruens. Alabdalla bleek geknipt voor de baan.
Alabdalla neemt, binnen Talent voor Transitie, ook deel aan een ontwikkeltraject. ‘Koutaiba krijgt kennis over de energietransitie in de breedste zin van het woord. Bijvoorbeeld door een collegereeks van professor Blok van de TU Delft’, Zegt Albert Bloem, partner bij Talent voor Transitie. ‘En hij werkt aan professionele vaardigheden. Dan moet je denken aan: hoe communiceer ik, hoe run ik een project, hoe geeft ik advies, hoe werk ik samen, hoe heb ik impact?’