12 april 2021

Energietransitie: samen meer impact maken door sectordoorsnijdend opleiden

“We kunnen niet veranderen door alles bij het oude te laten” is de korte samenvatting van het pleidooi dat Gerrit Averesch houdt voor de komst van een nieuwe sectordoorsnijdende leergang. Een leergang die mensen moet opleiden die zich als een vis in het water voelen in het veelzijdige en bijzonder uitdagende veld van de maatschappelijke uitdagingen waar we voor staan. Zoals het klimaatakkoord en de energietransitie.

Gerrit Averesch is directeur van een van ‘de meest technische’ academies van HAN University of Applied Sciences: Engineering en Automotive. Dat juist vanuit deze academie de roep klinkt om een opleiding die zich niet primair richt op de engineer die nadenkt over technische en technologische oplossingen lijkt verrassend. Maar niet als we hierover in gesprek raken:

“Het klimaatakkoord en de energietransitie dwingen ons om anders te kijken. Juist vanuit de technische opleidingen moeten we ons realiseren dat een techneut nooit in zijn of haar eentje de oplossing kan bieden voor maatschappelijke opgaven. De weg tussen een oplossing en de acceptatie en adaptatie daarvan door eindgebruikers is lang en bezaaid met uitdagingen. Wet- en regelgeving, politieke overwegingen en overtuigingen, financiële afwegingen, maatschappelijke en individuele keuzes en emoties. Je zou het een mijnenveld kunnen noemen. Ik noem het liever een geweldig uitdagende puzzel. En we moeten mensen opleiden die die puzzel graag willen leggen.”

Spin in het web
Binnen technische opleidingen is nu al steeds meer aandacht voor de engineer die het gesprek moet kunnen voeren met andere partijen. Maar wel geredeneerd vanuit de core business van de engineer: zorgen dat een technische bijdrage op de juiste wijze geleverd. Om het heel plat te slaan: wie alleen een hamer heeft ziet de hele wereld als een spijker.
Om grotere slagen te kunnen maken moeten we mensen opleiden die specialist zijn in het actief aangaan en voeren van het gesprek. Vanuit verschillende ingangen en zich bewust zijn van de vele (al dan niet botsende) factoren die een rol spelen bij veranderingsprojecten. Professionals die uit alle delen van de puzzel een geheel maken dat meer impact maakt dan de som der delen.

Vrije studierichting
Hoe bouw je zo’n opleiding? “Niet binnen de huidige CROHO’s die het hbo kent. Feitelijk zouden we een vrije studierichting willen hebben, zoals de universiteiten die kennen. Helaas is dat binnen de WHW (nog?) niet mogelijk. We zien nu wel een beweging naar bredere masters binnen het hbo. En sectordoorsnijdende samenwerking in fieldlabs en centers of expertise. Maar niet op het niveau van hbo-bachelors en associate degrees. En juist daar leveren we de mensen af die nodig zijn om de doelen van het klimaatakkoord mogelijk te maken.”
Met zo’n opleiding zouden we ook studenten moeten kunnen interesseren die nu met een grote boog om technische opleidingen heen lopen. Terwijl we juist ook hun insteek nodig hebben om het verschil te kunnen maken.

Hoe dan?
De expertise die nodig is om deze nieuwe leergang te ontwikkelen is aanwezig. Maar op dit moment versnipperd over verschillende hbo-sectoren en hogescholen. Dus we zouden de handen ineen moeten slaan. Zowel binnen hogescholen als tussen hogescholen. Liefst in samenwerking met het mbo om te zorgen voor goed doorlopende leerlijnen.
Dit past helemaal bij de afspraken die de koepels van de scholen (MBO-raad, Vereniging Hogescholen en de VSNU) hebben gemaakt als partners van het klimaatakkoord bij de taakgroep Arbeidsmarkt en Scholing van de SER.

“Mijn droom is om samen met collega-hogescholen een opleiding te ontwikkelen waarin we in de eerste 2 jaar een gemeenschappelijke brede basis leggen: technische kennis over energieopwekking, -distributie en -gebruik; kennis van politieke en juridische kaders en achtergronden en kennis van de sociale en individuele processen die een rol spelen bij adaptatie door eindgebruikers. Na die twee jaar is de Associate degree behaald en kunnen studenten kiezen voor verder studeren om hun bachelor te halen. Dan kunnen ze ook kiezen in welke richting ze zich gaan specialiseren. Hetzij bij de eigen hogeschool, hetzij bij een andere hogeschool die andere accenten legt.”

Is dit een uitnodiging?
“Jazeker. Niet alleen aan mijn collega’s uit het onderwijs maar ook aan het bedrijfsleven en de overheid!”