Instroom
Om aan de groeiende behoefte naar technisch geschoold personeel te kunnen voldoen zal de keuze voor een technische opleiding vaker moeten worden gemaakt.
© TP
Voor de toekomst van de technieksector is een sterke band tussen onderwijs en bedrijfsleven hard nodig. Naast de hybride docent draagt daar nu ook de hybride opleider zijn steentje aan bij. Veronique van de Reijt, directeur Techniek & Maritiem bij mbo-instelling Scalda, legt uit hoe het innovatieve scholingstraject Hybride techniekopleiders Zeeland ook tijdens de coronacrisis blijft vernieuwen.
Een baan in loondienst of als zzp’er en daarnaast docent bij techniekopleidingen. Hybride docentschap levert de technieksector veel op. En toch dachten ze bij de Zeeuwse mbo-instelling Scalda: eigenlijk moet het hybride docentschap op de schop. ‘Steeds als een (hybride) docent met pensioen ging, moesten we op zoek naar een vervanger. Dat was zoeken naar een speld in een hooiberg’, vertelt Veronique van de Reijt, directeur Techniek & Maritiem. ‘Hoewel er in de techniek animo is voor het onderwijs, zetten lang niet alle medewerkers de stap. Ze laten zich afschrikken door de tijd en energie die het kost om een onderwijsbevoegdheid te halen.’
Brede samenwerking
Dus ging mbo-instelling Scalda in 2016 om tafel met brancheorganisaties in de techniek, het vmbo in de regio en het Huis van de techniek, dat in Zeeland de technieksector onder jeugd promoot. Een jaar later lag er een ontwerp voor een innovatief eenjarig scholingstraject Hybride techniekopleiders Zeeland, ondersteund door de provincie Zeeland. Het valt onder het Actieprogramma Techniekpact Zeeland van de Provincie Zeeland, dat kiezen, leren en werken in wetenschap en techniek stimuleert.
Verschillende rollen
Na een wervingscampagne, waarachter ook brancheorganisaties Otib (nu WijTechniek), OOM, A+O Metalelektro en later Bouwend Nederland zich scharen, start het traject in 2018. De eerste tranche met achttien deelnemers, de tweede in 2019 met dertien. De derde tranche is door corona uitgesteld tot begin 2021. Deelnemers oriënteren zich een jaar lang uitgebreid op alle mogelijke onderwijsrollen die ze kunnen vervullen: instructeur, praktijkopleider, gastdocent, docent of expert. Eén keer mogen ze tijdens de stage wisselen van onderwijsomgeving. ‘Ze lopen bijvoorbeeld stage in het mbo of het vmbo’, zegt Van de Reijt. ‘Zo maken ze echt kennis met het onderwijs, en welke rol ze daar kunnen pakken.’
Meer tijd
Volgens de directeur levert het traject de deelnemers heel verschillende inzichten op. ‘De één zegt: ik ben een veel betere praktijkopleider geworden en dat is fijn. Daar laat ik het bij. Een ander realiseert zich dat hij meer gastlessen wil verzorgen. Een derde besluit om voor een bepaald deel van zijn werkweek de overstap te maken naar het onderwijs. Door het traject is de verbinding tussen bedrijf en onderwijs vele malen sterker geworden.’
‘Deelnemers aan het traject moeten zo weinig mogelijk drempels ervaren om verder te studeren. De afspraak is dat alles wat deelnemers doen bij het traject vrijstellingen oplevert bij een vervolgtraject. Zo maken we de keuze om door te studeren voor een instructeursrol, PDG of onderwijsbevoegdheid zo makkelijk mogelijk. Hiervoor werken we ook samen met Fontys Hogescholen.’
Samen verantwoordelijk
Draagvlak van het bedrijfsleven is essentieel voor een traject als Hybride techniekopleiders. Daarom ging Van de Reijt met zo veel mogelijk bedrijven in gesprek. ‘Zoals de procesindustrie, elektro, bouw, infra en werktuigbouw. De meesten zagen het nut van het traject in, maar ik kreeg ook wel het verwijt dat we mensen uit het bedrijfsleven weghalen. Terwijl gezamenlijk opleiden het bedrijfsleven en onderwijs juist verbindt en krachtiger maakt. Het gevolg kán zijn dat medewerkers besluiten meer uren in het onderwijs te maken, maar soms is dat voor de duurzame inzetbaarheid ook wenselijk.’
Op scherp
Ondanks de coronacrisis houden de partners de vaart erin. Sterker nog, het afstandsonderwijs bracht de nodige inzichten. ‘Online onderwijs geeft ons onderwijs extra flexibiliteit’, zegt Van de Reijt. ‘Het is bijvoorbeeld makkelijker om experts voor gastlessen te vinden. Momenteel experimenteren we bij de ICT-opleiding met vrij in te vullen uren waarvoor we steeds weer andere experts vragen. Daardoor kan zo’n opleiding nog beter aansluiten bij de wensen van de studenten en de innovatie in het werkveld. Als zij aangeven dat ze een bepaalde expert willen, proberen wij dat te faciliteren.’
Drempels wegnemen
Van de Reijt is niet bang dat het beroep docent devalueert door trajecten als Hybride techniekopleider. Volgens de directeur is er juist ruimte nodig voor meer rollen in het onderwijs. Zelf zou ze een ander soort discussie willen voeren: hoe kunnen we zo veel mogelijk drempels wegnemen. ‘Het gelijktrekken van bevoegdheden in vmbo en mbo bijvoorbeeld, maakt het onderwijs aantrekkelijker. En als medewerkers trapsgewijs bevoegdheden kunnen halen, krijgen we ook mensen in de praktijkvakken van de techniek makkelijker mee. Het duurt dan wat langer om ze op hetzelfde pedagogisch didactisch niveau te krijgen, maar ze brengen wel veel kennis en innovatie.’
Mensen koppelen
Op dit moment wordt gewerkt aan het zo goed mogelijk inzetten van techniekopleiders. ‘Die banden moeten we warm houden’, zegt Van de Reijt. ‘Een belangrijke tool hierbij is de database van het Huis van Techniek, met daarin alle deelnemers aan de trajecten die graag iets voor het onderwijs willen betekenen. We willen een zoekfunctie toevoegen aan de database, waardoor mensen en hun vakkennis makkelijker aan het onderwijs gekoppeld kunnen worden.’
Mindset bedrijven
Ook nieuwe aanwas voor het traject is belangrijk. Dat is medeafhankelijk van de mindset van bedrijven. ‘Als zij bereid zijn om fte’s op een andere manier in te vullen, maken ze de combinatie met onderwijs mogelijk. Als bedrijven bijvoorbeeld de vacatures voor hybride techniekopleiders of docenten intern kenbaar maken, weten mensen dat het kan'.
Onderwijsinstellingen die voor andere sectoren vergelijkbare trajecten willen starten, raadt de directeur aan het opleidingsmodel aan te passen. ‘Er zijn steeds meer studenten die leren in een hybride leeromgeving. Om die goed vorm te kunnen geven, is de relatie met het bedrijfsleven hard nodig. O.a. vanwege de experts die nodig zijn voor de begeleiding van studenten en de expertrol.'
Van de Reijt realiseert zich dat het belangrijk is om bedrijven het zo makkelijk mogelijk te maken. Ook met dienstverbanden en contracten van de hybride opleiders. ‘Dat is allemaal maatwerk bij ons. We kijken steeds wat in die situatie de beste constructie is. Zzp’ers kunnen bij ons eveneens aan de slag. Drempels wegnemen, dat is ons doel.’