28 november 2024

Bedrijfsschool Metaal-Mechatronica: structurele oplossing voor tekort aan vakmensen

De maakindustrie in Noord-Midden Limburg staat onder druk door snelle technologische vooruitgang en demografische veranderingen. Om ervoor te zorgen dat er ook in de toekomst voldoende vakmensen beschikbaar zijn, neemt het Centrum voor Innovatief Vakmanschap (CIV) het voortouw. Met de oprichting van de Bedrijfsschool Metaal-Mechatronica zet het CIV in op het ontwikkelen en behouden van essentiële vakkennis en een laagdrempelige instroom in de metaal- en mechatronicasector. Hiermee speelt het in op de dringende behoeften van de moderne maakindustrie.

Een mismatch tussen onderwijs en industrie
Cynthia Bergen Henegouwen, Group HR-manager bij Bruynzeel Storage Systems en een actieve deelnemer binnen het CIV, beschrijft hoe de huidige situatie niet langer houdbaar is. 'We zien dat studenten van school komen zonder de juiste kennis en vaardigheden die nodig zijn in onze moderne productielocaties', legt ze uit. De kloof tussen onderwijs en praktijk wordt groter door praktijkonderwijs op verouderde machines en een inmiddels verouderd onderwijsaanbod dat onvoldoende aansluit op nieuwe technologieën. Waar bedrijven hypermoderne machines gebruiken, werken veel scholen vaak nog met apparatuur van jaren geleden en sluit het theoretisch onderwijs ook onvoldoende aan. Het resultaat is dat studenten slecht voorbereid de arbeidsmarkt betreden en bedrijven op hun beurt weer moeten investeren in langdurige en kostbare training. Een van de meest urgente problemen is de snelheid waarmee technologie verandert. Bergen Henegouwen schetst een treffend voorbeeld van de veranderingen: waar vroeger werknemers handmatig staal bogen met kantbanken, beheren ze nu complexe, geautomatiseerde productielijnen. Dit vraagt niet alleen om andere technische vaardigheden, maar vooral ook om de capaciteit om constant bij te leren. 'Je kunt niet meer stilstaan', benadrukt zij. 'De kennis van vandaag is morgen alweer achterhaald. Continu leren is essentieel, anders raak je achterop.'

Vergrijzing en kennisverlies
Naast technologische ontwikkelingen speelt de demografische verandering een belangrijke rol. In Limburg, maar ook elders in Nederland, veroorzaakt de vergrijzing een uitstroom van ervaren vakmensen. Bij veel bedrijven bevindt een groot deel van de specialistische kennis zich in de hoofden van deze ervaren medewerkers, die vaak al tientallen jaren in dat vak werkzaam zijn. Zonder een gestructureerde overdracht van deze kennis dreigt deze verloren te gaan wanneer medewerkers met pensioen gaan of minder willen werken. Bergen Henegouwen benadrukt dat zonder een structurele aanpak dit verlies een aanzienlijke impact zal hebben op de industrie. De maakindustrie kampt daarnaast met een imagoprobleem. Veel jongeren zien fabriekswerk nog steeds als vies en onaantrekkelijk. Bovendien is de traditionele weg naar een carrière in de techniek – een opleiding van meerdere jaren – niet aantrekkelijk voor zij-instromers of mensen die hun loopbaan willen veranderen. Voor deze groepen is terugkeren naar de schoolbanken vaak geen optie, zowel financieel als praktisch.

Curriculum aanpassen aan bedrijfsbehoeften
Om deze complexe uitdagingen aan te pakken sloeg het bedrijfsleven en Gilde Opleidingen in Venlo de handen in elkaar. Met behulp van een subsidie van zowel de provincie Limburg als het Ministerie van Onderwijs kon het plan ontwikkeld worden voor de Bedrijfsschool Metaal-Mechatronica. Deze school richt zich op praktijkgericht leren, waarbij theorie en praktijk nauw verweven zijn. Cynthia Bergen Henegouwen licht toe: 'We hebben een concept ontwikkeld waarbij we het curriculum aanpassen aan de behoeften van bedrijven. Dit doen we in samenwerking met scholen, zodat studenten direct toepasbare kennis en vaardigheden ontwikkelen.' De Bedrijfsschool Metaal-Mechatronica zorgt voor een vernieuwende oplossing door een hybride leermodel te introduceren. Albert de Graaf, projectmanager van het CIV, vertelt: 'Dit model combineert de kracht van praktijkleren met flexibele theoretische ondersteuning via digitale platforms. Dit betekent dat werknemers niet in traditionele schoolbanken hoeven plaats te nemen, maar de theorie op hun eigen tempo en op de werkplek kunnen leren. Een ander uniek aspect van de bedrijfsschool is de actieve betrokkenheid van ervaren werknemers.' Deze "meester-gezel"-aanpak zorgt ervoor dat nieuwe werknemers direct leren van collega’s die de fijne kneepjes van het vak kennen. Tegelijkertijd biedt de bedrijfsschool deze ervaren krachten trainingen in didactische vaardigheden, zodat zij hun kennis effectief kunnen overdragen. Het creëert een duurzame oplossing voor kennisbehoud binnen bedrijven.

"Een van de unieke aspecten van de bedrijfsschool is de actieve betrokkenheid van ervaren werknemers."
- Albert de Graaf

Concreet richt de Bedrijfsschool Metaal-Mechatronica zich op het aanpakken van vier kritieke uitdagingen:

  • Vergroten van de instroom van arbeidspotentieel: de school biedt een toegankelijk alternatief voor traditioneel onderwijs. Dit is aantrekkelijk voor een bredere doelgroep.
  • Borgen van bedrijfskennis: door ervaren werknemers in te zetten als trainers, blijft essentiële kennis behouden en overdraagbaar.
  • Afstemmen van onderwijs op bedrijfsbehoeften: de nauwe samenwerking tussen bedrijven en onderwijsinstellingen wordt bedrijfsspecifieke onderwijsmodules ontwikkeld. Zo sluit het onderwijs aan op de praktijk en wordt de bedrijfsspecifieke kennis geborgd.
  • Opleiden van huidige werknemers zonder schoolbanken: het hybride model maakt leren op de werkplek mogelijk.

Vakmanschap van de toekomst
Albert de Graaf benadrukt dat het succes van dit initiatief ligt in de combinatie van maatwerk en samenwerking: 'We kleuren samen met het bedrijfsleven het leven lang ontwikkelen (LLO) in, zodat de oplossingen direct toepasbaar zijn voor bedrijven.' Het CIV ziet de Bedrijfsschool Metaal-Mechatronica als een model dat ook in andere regio’s kan worden toegepast. De ambitie is dan ook om de aanpak breder uit te rollen naar andere sectoren en vakgebieden. 'We hopen over tien jaar te kunnen zeggen dat we succes hebben geboekt, dat we vakmanschap hebben behouden en dat ons model in andere regio’s ook effectief is', aldus De Graaf. Hij verklaart dat ze binnen twee jaar het systeem kostenneutraal willen draaien, met de mogelijkheid om het verder op te schalen. Door dit initiatief legt het CIV de basis voor een duurzaam model dat Limburg en hun bedrijven voorbereidt op toekomstige uitdagingen én vakmanschap voor komende generaties beschermt.